5 gebeurtenissen in 1 vertaling
'Huppelen' in de Bijbel
Hun jonge kinderen zenden zij uit als een kudde, en hun kinderen huppelen.
En Hij doet ze huppelen als een kalf, de Libanon en Sirjon als een jongen eenhoorn.
Maar daar zullen nederliggen de wilde dieren der woestijnen, en hun huizen zullen vervuld worden met schrikkelijke gedierten, en daar zullen de jonge struisen wonen, en de duivelen zullen er huppelen.
En Hij heeft gezegd: Gij zult niet meer vrolijk huppelen, o gij verdrukte maagd, gij dochter van Sidon! Naar Chittim toe, maak u op, vaar over; ook zult gij aldaar geen rust hebben.
Dan zal ulieder buit verzameld worden, gelijk de kevers verzameld worden; men zal daarin ginds en weder huppelen, gelijk de sprinkhanen ginds en weder huppelen.
Zoekresultaten op Versies
Alle versies
Zoekresultaten op Boek
Alle Boeken