6 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Hütten' in de Bijbel

Maar Jakob reisde naar Sukkoth, en bouwde een huis voor zich, en maakte hutten voor zijn vee; daarom noemde hij den naam dier plaats Sukkoth.

VersbegrippenGebouwd, LetterlijkCabines

En van Zebulon zeide hij: Verheug u, Zebulon! over uw uittocht, en Issaschar! over uw hutten.

Daarom toog Joram over naar Zair, en al de wagenen met hem; en hij maakte zich des nachts op, en sloeg de Edomieten, die rondom hem waren, daartoe de oversten der wagenen; en het volk vlood in zijn hutten.

VersbegrippenStrijdwagensAanval Met StrijdwagensIsraël Op De VluchtGedurende Een NachtDe Naties Aangevallen

Doch op den drie en twintigsten dag der zevende maand liet hij het volk gaan tot hun hutten, blijde en goedsmoeds over het goede, dat de HEERE aan David en Salomo, en Zijn volk Israel gedaan had.

VersbegrippenDe Goedheid Van GodMaand 7

En de landstreek der zee zal wezen tot hutten, uitgegraven putten der herders, en betuiningen der kudden.

VersbegrippenKustDe Kudde Hoeden

De HEERE zal den man, die zulks doet, uitroeien uit de hutten van Jakob, dien, die waakt, en dien, die antwoordt, en die den HEERE der heirscharen spijsoffer brengt.

VersbegrippenJacob De Patriarch

Public domain