11 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Jafeth' in de Bijbel

En Noach was vijfhonderd jaren oud; en Noach gewon Sem, Cham en Jafeth.

En Noach gewon drie zonen: Sem, Cham en Jafeth.

Even op dienzelfden dag ging Noach, en Sem, en Cham, en Jafeth, Noachs zonen, desgelijks ook Noachs huisvrouw, en de drie vrouwen zijner zonen met hem in de ark;

En de zonen van Noach, die uit de ark gingen, waren Sem, en Cham, en Jafeth; en Cham is de vader van Kanaan.

Toen namen Sem en Jafeth een kleed, en zij legden het op hun beider schouderen, en gingen achterwaarts, en bedekten de naaktheid huns vaders; en hun aangezichten waren achterwaarts, gekeerd zodat zij de naaktheid huns vaders niet zagen.

God breide Jafeth uit, en hij wone in Sems tenten! en Kanaan zij hem een knecht!

Dit nu zijn de geboorten van Noachs zonen: Sem, Cham, en Jafeth; en hun werden zonen geboren na den vloed.

De zonen van Jafeth zijn: Gomer, en Magog, en Madai, en Javan, en Tubal, en Mesech, en Thiras.

Voorts zijn Sem zonen geboren; dezelve is ook de vader aller zonen van Heber, broeder van Jafeth, den grootste.

De kinderen van Jafeth waren Gomer, en Magog, en Madai, en Javan, en Tubal, en Mesech, en Tiras.

Zoekresultaten op Versies

Alle versies

Zoekresultaten op Boek

Alle Boeken

Public domain