11 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Jair' in de Bijbel

Jair nu, de zoon van Manasse, ging heen en nam hunlieder dorpen in, en hij noemde die Havvoth-Jair.

VersbegrippenMensen Die Dingen Benoemen

Jair, de zoon van Manasse, kreeg de ganse landstreek van Argob, tot aan de landpale der Gezurieten en Maachathieten; en hij noemde ze naar zijn naam, Bazan Havvoth-Jair, tot op dezen dag.

VersbegrippenMensen Die Dingen Benoemen

Zodat hun landpale was van Mahanaim af, het ganse Bazan, het ganse koninkrijk van Og, den koning van Bazan, en al de vlekken van Jair, die in Bazan zijn, zestig steden.

VersbegrippenDe Jaren ZestigSteden in Israël

En na hem stond op Jair, de Gileadiet; en hij richtte Israel twee en twintig jaren.

Versbegrippen20 Tot 30 JaarIsraël Beoordelen

En hij had dertig zonen, rijdende op dertig ezelveulens, en die hadden dertig steden, die zij noemden Havvoth-Jair, tot op dezen dag, dewelke in het land van Gilead zijn.

VersbegrippenAchterkantDertigGegeven Namen Tot VandaagMassa's Ezels

En Jair stierf, en werd begraven te Kamon.

De zoon van Geber was te Ramoth in Gilead; hij had de dorpen van Jair, den zoon van Manasse, die in Gilead zijn; ook had hij de streek van Argob, welke is in Basan, zestig grote steden, met muren en koperen grendelen.

VersbegrippenVestingenStadGrootsheidBronsDe Jaren ZestigSteden in IsraëlOmmuurde StedenBronzen PoortenGrootmoeders

Segub nu gewon Jair; en hij had drie en twintig steden in het land van Gilead.

En hij nam Gesur en Aram, met de vlekken van Jair, van dezelve, met Kenath, en haar onderhorige plaatsen, zestig steden. Deze allen zijn zonen van Machir, den vader van Gilead.

VersbegrippenDe Jaren Zestig

Daarna was er nog een krijg tegen de Filistijnen, en Elhanan, de zoon van Jair, versloeg Lachmi, den broeder van Goliath, den Gethiet, wiens spieshout was als een weversboom.

VersbegrippenVakluiSperenReuzen

Er was een Joods man op den burg Susan, wiens naam was Mordechai, een zoon van Jair, den zoon van Simei, den zoon van Kis, een man van Jemini;

Public domain