19 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Kahath' in de Bijbel

Dit nu waren de zonen van Levi met hun namen: Gerson, en Kahath, en Merari.

En de zonen van Kahath, naar hun geslachten; Amram en Izhar, Hebron en Uzziel.

En van Kahath is het geslacht der Amramieten, en het geslacht der Izharieten, en het geslacht der Hebronieten, en het geslacht der Uzzielieten; dit zijn de geslachten der Kahathieten.

De geslachten der zonen van Kahath zullen zich legeren aan de zijde des tabernakels, zuidwaarts.

VersbegrippenKamperen Tijdens Exodus

Neemt op de som der zonen van Kahath, uit het midden der zonen van Levi, naar hun geslachten, naar het huis hunner vaderen.

Dit zal de dienst zijn der zonen van Kahath, in de tent der samenkomst, te weten de heiligheid der heiligheden.

VersbegrippenPlechtighedenDe Gouden Kandelaar

Als nu Aaron en zijn zonen, het dekken van het heiligdom, en van alle gereedschap des heiligdoms, in het optrekken des legers, zullen voleind hebben, zo zullen daarna de zonen van Kahath komen om te dragen; maar zij zullen dat heilige niet aanroeren, dat zij niet sterven. Dit is de last der zonen van Kahath, in de tent der samenkomst.

VersbegrippenHeiligheid, Wereldlijke ScheidingAanrakingHeilige Dingen DragenDood Door De Aanwezigheid Van GodNiet Aanraken

En aan de overgebleven kinderen van Kahath vielen, bij het lot, van de huisgezinnen van den stam van Efraim, en van den stam van Dan, en van den halven stam van Manasse, tien steden.

VersbegrippenTien Dingen

De huisgezinnen nu der kinderen van Kahath, de Levieten, die overgebleven waren van de kinderen van Kahath, die hadden de steden huns lots van den stam van Efraim.

Al de steden voor de huisgezinnen van de overige kinderen van Kahath zijn tien, met haar voorsteden.

VersbegrippenTien Dingen

De kinderen van Levi waren Gerson, Kahath en Merari.

De kinderen van Kahath nu waren Amram, Jizhar, en Hebron, en Uzziel.

Zo zijn dan de kinderen van Levi: Gerson, Kahath en Merari.

En de kinderen van Kahath waren Amram, en Jizhar, en Hebron, en Uzziel.

De kinderen van Kahath waren: zijn zoon Amminadab; zijn zoon Korah; zijn zoon Assir;

Den zoon van Jizhar, den zoon van Kahath, den zoon van Levi, den zoon van Israel.

Maar de kinderen van Kahath, die overgebleven waren, hadden van het huisgezin van den stam, uit den halven stam van half Manasse, bij het lot, tien steden.

VersbegrippenTien Dingen

Aan de overigen nu, uit de huisgezinnen der kinderen van Kahath, dien gewerden steden hunner landpale, van den stam van Efraim.

En uit den halven stam van Manasse: Aner en haar voorsteden, en Bileam en haar voorsteden. De huisgezinnen der overige kinderen van Kahath hadden deze steden:

Zoekresultaten op Versies

Alle versies

Zoekresultaten op Boek

Alle Boeken

Public domain