4 gebeurtenissen in 1 vertaling
'Nestelen' in de Bijbel
Alwaar de vogeltjes nestelen; des ooievaars huis zijn de dennebomen.
Daar zal de wilde meerle nestelen en leggen, en haar jongen uitbikken, en onder haar schaduw vergaderen; ook zullen aldaar de gieren met elkaar verzameld worden.
Hetwelk wel het minste is onder al de zaden, maar wanneer het opgewassen is, dan is 't het meeste van de moeskruiden, en het wordt een boom, alzo dat de vogelen des hemels komen en nestelen in zijn takken.
En wanneer het gezaaid is, gaat het op, en wordt het meeste van al de moeskruiden, en maakt grote takken, alzo dat de vogelen des hemels onder zijn schaduw kunnen nestelen.
Zoekresultaten op Versies
Alle versies
Zoekresultaten op Boek
Alle Boeken