17 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Pérez' in de Bijbel

Maar het geschiedde, als hij zijn hand weder intoog, ziet, zo kwam zijn broeder uit; en zij zeide: Hoe zijt gij doorgebroken? op u is de breuke! en men noemde zijn naam Perez.

VersbegrippenDe Daad Van OpenenDe Baarmoeder OpenenMensen Met Toepasselijke Namen

En de zonen van Juda: Er, en Onan, en Sela, en Perez, en Zerah. Doch Er en Onan waren gestorven in het land van Kanaan; en de zonen van Perez waren Hezron en Hamul.

Alzo waren de zonen van Juda naar hun geslachten: van Sela het geslacht der Selanieten; van Perez het geslacht der Perezieten; van Zerah het geslacht der Zerahieten.

VersbegrippenMensen Van Juda

En de zonen van Perez waren: van Hezron het geslacht der Hezronieten; van Hamul het geslacht der Hamulieten.

VersbegrippenMensen Van Juda

En zij verreisden van Rithma, en legerden zich in Rimmon-Perez.

En zij verreisden van Rimmon-Perez, en legerden zich in Libna.

En uw huis zij, als het huis van Perez (die Thamar aan Juda baarde), van het zaad, dat de HEERE u geven zal uit deze jonge vrouw.

VersbegrippenNageslachtZoals Goede Mensen

Dit nu zijn de geboorten van Perez: Perez gewon Hezron;

En David ontstak, omdat de HEERE een scheur gescheurd had aan Uza; en hij noemde dezelve plaats Perez-Uza, tot op dezen dag.

VersbegrippenWoedende MensenGegeven Namen Tot Vandaag

Maar Thamar, zijn schoondochter, baarde hem Perez en Zerah. Al de zonen van Juda waren vijf.

VersbegrippenVijf MensenSchoondochters

De kinderen van Perez waren Hezron en Hamul.

De kinderen van Juda waren Perez, Hezron en Charmi, en Hur, en Sobal.

Uthai, de zoon van Ammihud, den zoon van Omri, den zoon van Imri, den zoon van Bani, van de kinderen van Perez, den zoon van Juda.

En David ontstak, dat de HEERE een scheur gescheurd had aan Uza; daarom noemde hij diezelve plaats Perez-Uza, tot op dezen dag.

Hij was uit de kinderen van Perez, het hoofd van al de oversten der heiren in de eerste maand.

Te Jeruzalem dan woonden sommigen van de kinderen van Juda, en van de kinderen van Benjamin. Van de kinderen van Juda: Athaja, de zoon van Uzzia, den zoon van Zacharja, den zoon van Amarja, den zoon van Sefatja, den zoon van Mahalaleel, van de kinderen van Perez;

Alle kinderen van Perez, die te Jeruzalem woonden, waren vierhonderd acht en zestig dappere mannen.

VersbegrippenVier- Tot VijfhonderdVier- En Vijfhonderd

Public domain