6 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Rekem' in de Bijbel

Daartoe doodden zij boven hun verslagenen, de koningen der Midianieten, Evi, en Rekem, en Zur, en Hur, en Reba, vijf koningen der Midianieten; ook doodden zij met het zwaard Bileam, den zoon van Beor.

VersbegrippenVijf MensenKoningen DodenProfeten DodenHeidense Heersers

En alle steden des vlakken lands, en het ganse koninkrijk van Sihon, den koning der Amorieten, die te Hesbon regeerde, denwelken Mozes geslagen heeft, mitsgaders de vorsten van Midian, Evi, en Rekem, en Zur, en Hur, en Reba, geweldigen van Sihon, inwoners des lands.

VersbegrippenPrinsenHeidense Heersers

En Rekem, en Jirpeel, en Tharala,

De kinderen van Hebron nu waren Korah, en Tappuah, en Rekem, en Sema.

Sema nu gewon Raham, den vader van Jorkeam, en Rekem gewon Sammai.

En Maacha, de huisvrouw van Machir, baarde een zoon, en zij noemde zijn naam Peres, en de naams zijns broeders was Seres, en zijn zonen waren Ulam en Rekem.

Zoekresultaten op Versies

Alle versies

Zoekresultaten op Boek

Alle Boeken

Public domain