9 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Rijkelijk' in de Bijbel

Maar gij zult hem uw hand mildelijk opendoen, en zult hem rijkelijk lenen, genoeg voor zijn gebrek, dat hem ontbreekt.

VersbegrippenNoodSchuldeisersInteresseHeiligen Die Zorgen Voor De ArmenAalmoezenAltruïsmeLiefdadigheid

Gij zult hem rijkelijk opleggen van uw kudde, en van uw dorsvloer, en van uw wijnpers; waarin u de HEERE, uw God, gezegend heeft, daarvan zult gij hem geven.

VersbegrippenDorsvloerVolgens Dingen

Want Jabez riep den God Israels aan, zeggende: Indien Gij mij rijkelijk zegenen, en mijn landpale vermeerderen zult, en Uw hand met mij zijn zal, en met het kwade alzo maakt, dat het mij niet smarte! En God liet komen, wat hij begeerde.

VersbegrippenBeantwoord GebedGoddelijke BeperkingenHand Van GodTerughoudendheidSuccesVergrotingSpirituele VooruitgangGods HandGods Handen Op MensenGrenzen

Als zij door het dal der moerbezienbomen doorgaan, stellen zij Hem tot een fontein; ook zal de regen hen gans rijkelijk overdekken.

VersbegrippenHerfstHeiligen Als PelgrimsPoelenTranenMetaforische LentesTegenslag Overwinnen

Ik zal haar kost rijkelijk zegenen, haar nooddruftigen zal Ik met brood verzadigen.

VersbegrippenUitbuitingGods VrijgevigheidTevredenheidProvisiesOvervloed Voor De Armen

Denwelken Hij over ons rijkelijk heeft uitgegoten door Jezus Christus, onzen Zaligmaker;

VersbegrippenGods VrijgevigheidGietenDe Namen Voor ChristusAfwerpenDe Rijkdom Van GenadeArbeidsethos

Public domain