'Rookte' in de Bijbel
En de ganse berg Sinai rookte, omdat de HEERE op denzelven nederkwam in vuur; en zijn rook ging op, als de rook van een oven; en de ganse berg beefde zeer.
En Salomo had den HEERE lief, wandelende in de inzettingen van zijn vader David; alleenlijk offerde hij en rookte op de hoogten.
En Salomo offerde driemaal des jaars brandofferen en dankofferen, op het altaar, dat hij den HEERE gebouwd had, en rookte op dat, hetwelk voor het aangezicht des HEEREN was, als hij het huis volmaakt had.
Evenwel werden de hoogten niet weggenomen; het volk offerde en rookte nog op de hoogten.
Alleenlijk werden de hoogten niet weggenomen; het volk offerde en rookte nog op de hoogten.
Alleenlijk werden de hoogten niet weggenomen; het volk offerde en rookte nog op de hoogten.
Alleenlijk werden de hoogten niet weggenomen; het volk offerde en rookte nog op de hoogten; dezelve bouwde de hoge poort aan het huis des HEEREN.
Hij offerde ook en rookte op de hoogten en op de heuvelen, ook onder alle groen geboomte.
Het geschiedde nu, nadat Amazia van het slaan der Edomieten gekomen was, en dat hij de goden der kinderen van Seir medegebracht had, dat hij die zich tot goden stelde, en zich voor dezelve neder boog en dien rookte.
Dezelve rookte ook in het dal des zoons van Hinnom; en hij brandde zijn zonen in het vuur, naar de gruwelen der heidenen, die de HEERE voor het aangezicht der kinderen Israels uit de bezitting verdreven had.
Ook offerde hij en rookte op de hoogten en op de heuvelen, mitsgaders onder alle groen geboomte.