9 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Samma' in de Bijbel

En dit zijn de zonen van Rehuel: Nahath, en Zerah, Samma en Mizza; dat zijn geweest de zonen van Basmath, Ezau's huisvrouw.

En dit zijn de zonen van Rehuel, den zoon van Ezau: de vorst Nahath, de vorst Zera, de vorst Samma, de vorst Mizza; dat zijn de vorsten van Rehuel in het land Edom; dat zijn de zonen van Basmath, de huisvrouw van Ezau.

Daarna liet Isai Samma voorbijgaan; doch hij zeide: Dezen heeft de HEERE ook niet verkoren.

VersbegrippenMensen Afwijzen

En de drie grootste zonen van Isai gingen heen; zij volgden Saul na in den krijg. De namen nu zijner drie zonen, die in den krijg gingen, waren: Eliab, de eerstgeborene, en zijn tweede Abinadab, en de derde Samma.

VersbegrippenDrie KinderenEerstgeboren Zonen

Na hem nu was Samma, de zoon van Age, de Harariet. Toen de Filistijnen verzameld waren in een dorp, en aldaar een stuk akkers was vol linzen, en het volk voor het aangezicht der Filistijnen vluchtte;

VersbegrippenIsraël Op De Vlucht

Samma, de Harodiet; Elika, de Harodiet;

Samma, de Harariet; Ahiam, de zoon van Sarar, de Harariet;

De kinderen van Rehuel waren Nahath, Zerah, Samma en Mizza.

Bezer, en Hod, en Samma, en Silsa, en Jithran, en Beera.

Zoekresultaten op Versies

Alle versies

Zoekresultaten op Boek

Alle Boeken

Public domain