6 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Schin' in de Bijbel

Schin. Zij horen, dat ik zucht, maar ik heb geen trooster; al mijn vijanden horen mijn kwaad; en zij zijn vrolijk, dat Gij het gedaan hebt; als Gij den dag zult voortgebracht hebben, dien Gij uitgeroepen hebt, zo zullen zij zijn, gelijk ik ben.

VersbegrippenTroosteloze LevensDe Dag Des OordeelsMannen BehagenZoals De NatiesIk LijdtGeen ComfortWat Doet God?

Schin. De jongen en de ouden liggen op de aarde op de straten; mijn jonkvrouwen en mijn jongelingen zijn door het zwaard gevallen; Gij hebt ze in den dag Uws toorns gedood, Gij hebt ze geslacht en niet verschoond.

VersbegrippenMannelijk En VrouwelijkRampGod DodendTragedie Op De StratenGod Doodde Zijn MensenNiet Spaarzaam ZijnIsraëlieten DodenSlachtingen

Schin. HEERE! Gij hebt hun smaden gehoord, en al hun gedachten tegen mij;

VersbegrippenKwade Plannen

Schin. De lippen dergenen, die tegen mij opstaan, en hun dichten tegen mij den gansen dag.

VersbegrippenKwade PlannenVoortdurendVoortdurende Ontbering

Schin. Aanschouw hun zitten en opstaan; ik ben hun snarenspel.

VersbegrippenGewoonte Om Op Te StaanPlezier

Schin. Wees vrolijk, en verblijd u, gij dochter Edoms, die in het land Uz woont! doch de beker zal ook tot u komen, gij zult dronken worden, en ontbloot worden.

VersbegrippenEen Kop Met Gods GramschapMensen Die StrippenGod Maakt DronkenVreugde In Het Kwaad

Zoekresultaten op Versies

Alle versies

Zoekresultaten op Boek


Public domain