6 gebeurtenissen in 1 vertaling
'Simrón' in de Bijbel
En de zonen van Issaschar: Tola, en Puwa, en Job, en Simron.
Van Jasub het geslacht der Jasubieten; van Simron het geslacht der Simronieten.
Het geschiedde daarna, als Jabin, de koning van Hazor, dit hoorde, zo zond hij tot Jobab, den koning van Madon, en tot den koning van Simron, en tot den koning van Achsaf,
En Kattath, en Nahalal, en Simron, en Jidala, en Bethlehem; twaalf steden en haar dorpen.
De kinderen van Issaschar waren Thola en Pua, Jasib en Simron; vier.
Zoekresultaten op Versies
Alle versies
Zoekresultaten op Boek
Alle Boeken