'Sittimhout' in de Bijbel
En roodgeverfde ramsvellen, en dassenvellen, en sittimhout;
Zo zullen zij een ark van sittimhout maken; twee ellen en een halve zal haar lengte zijn, en anderhalve el haar breedte, en anderhalve el haar hoogte.
En maak handbomen van sittimhout, en overtrek ze met goud.
Gij zult ook een tafel maken van sittimhout; twee ellen zal haar lengte zijn, en een el haar breedte, en een el en een halve zal haar hoogte zijn.
Deze handbomen nu zult gij van sittimhout maken, en gij zult dezelve met goud overtrekken; en de tafel zal daaraan gedragen worden.
Gij zult ook tot den tabernakel staande berderen maken van sittimhout.
Gij zult ook richelen maken van sittimhout; vijf aan de berderen van de ene zijde des tabernakels;
Gij zult ook een altaar maken van sittimhout; vijf ellen zal de lengte zijn, en vijf ellen de breedte (vierkant zal dit altaar zijn), en drie ellen zijn hoogte.
Gij zult ook handbomen maken tot het altaar, handbomen van sittimhout; en gij zult ze met koper overtrekken.
Gij zult ook een reukaltaar des reukwerks maken; van sittimhout zult gij het maken.
De draagbomen nu zult gij van sittimhout maken, en gij zult die met goud overtrekken.
En roodgeverfde ramsvellen, en dassenvellen, en sittimhout;
Allen, die een hefoffer van zilver of koper offerden, die brachten het ten hefoffer des HEEREN; en allen, bij welke sittimhout gevonden werd, brachten het tot alle werk van den dienst.
Hij maakte ook aan den tabernakel berderen van staand sittimhout.
Hij maakte ook richelen van sittimhout; vijf aan de berderen der ene zijde des tabernakels;
Alzo maakte Bezaleel de ark van sittimhout; twee ellen en een halve was haar lengte, en anderhalve el haar breedte, en anderhalve el haar hoogte.
En hij maakte handbomen van sittimhout, en hij overtrok ze met goud.
Hij maakte ook een tafel van sittimhout; twee ellen was haar lengte, en een el haar breedte; en een el en een halve haar hoogte.
Hij maakte ook de handbomen van sittimhout; en hij overtrok ze met goud, om de tafel te dragen.
En hij maakte het reukaltaar van sittimhout; een el was zijn lengte en een el zijn breedte, vierkant, maar twee ellen zijn hoogte; uit hetzelve waren zijn hoornen.
En hij maakte de handbomen van sittimhout, en hij overtrok ze met goud.
Hij maakte ook het brandofferaltaar van sittimhout; vijf ellen was deszelfs lengte, en vijf ellen zijn breedte, vierkant, en drie ellen zijn hoogte.
En hij maakte de handbomen van sittimhout, en hij overtrok ze met koper.
Alzo maakte ik een kist van sittimhout, en hieuw twee stenen tafelen als de eerste; en ik klom op den berg, en de twee tafelen waren in mijn hand.