20 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Snoer' in de Bijbel

Toen zeide hij: Wat pand is het, dat ik u geven zal? En zij zeide: Uw zegelring en uw snoer en uw staf, die in uw hand is; hetwelk hij haar gaf, en ging tot haar in; en zij ontving bij hem.

VersbegrippenZegelsPersoneelOpvattingTouwen

En zij zullen den borstlap met zijn ringen aan de ringen van den efod opwaarts binden, met een hemelsblauw snoer, dat hij op den kunstelijken riem van den efod zij; en de borstlap zal van den efod niet afgescheiden worden.

VersbegrippenKleuren, BlauwDingen VerbindenTouwenBlauwe Touwen

En gij zult dezelve aanhechten met een hemelsblauw snoer, alzo dat zij aan den hoed zij; aan de voorste zijde des hoeds zal zij zijn.

VersbegrippenDingen VerbindenTouwenBlauwe TouwenTulband En Petten

En zij bonden den borstlap met zijn ringen aan de ringen van den efod, met een hemelsblauw snoer, dat hij op den kunstelijke riem van den efod was; opdat de borstlap van den efod niet afgescheiden wierd, gelijk als de HEERE aan Mozes geboden had.

VersbegrippenDingen VerbindenTouwenBlauwe Touwen

En zij hechtten een snoer van hemelsblauw daaraan, om aan den hoed van boven te hechten, gelijk als de HEERE aan Mozes geboden had.

VersbegrippenDingen VerbindenTouwenBlauwe Touwen

Zie, wanneer wij in het land komen, zo zult gij dit snoer van scharlakendraad aan het venster binden, door hetwelk gij ons zult nedergelaten hebben; en gij zult tot u in het huis vergaderen uw vader, en uw moeder, en uw broeders, en het ganse huisgezin uws vaders.

VersbegrippenTouwenRode KoordenSamenkomst Van Vrienden

Toen spraken de kinderen van Jozef tot Jozua, zeggende: Waarom hebt gij mij ten erfdeel maar een lot en een snoer gegeven, daar ik toch een groot volk ben, voor zoveel de HEERE mij dus verre gezegend heeft?

VersbegrippenTekort Aan Andere Dingen Dan Voedsel

Het erfdeel der kinderen van Simeon is onder het snoer der kinderen van Juda; want het erfdeel der kinderen van Juda was te groot voor hen; daarom erfden de kinderen van Simeon in het midden van hun erfdeel.

VersbegrippenMeer Dan Genoeg

Ook sloeg hij de Moabieten, en mat hen met een snoer, doende hen ter aarde nederliggen; en hij mat met twee snoeren om te doden, en met een vol snoer om in het leven te laten. Alzo werden de Moabieten David tot knechten, brengende geschenken.

VersbegrippenAan Anderen GevenLengteBelastenEerbetoonIn Drie Groepen VerdelenZij Onderworpen Aan Mensen

Zeggende: Ik zal u het land Kanaan geven, een snoer van ulieder erfdeel;

En Hij verdreef voor hun aangezicht de heidenen, en deed hen vallen in het snoer hunner erfenis, en deed de stammen Israels in hun tenten wonen.

VersbegrippenThuisDe Heer Verdreef Hen

Zeggende: Ik zal u geven het land Kanaan, het snoer van ulieder erfdeel.

En indien iemand den een mocht overweldigen, zo zullen de twee tegen hem bestaan; en een drievoudig snoer wordt niet haast gebroken.

VersbegrippenTouwenEen Overweldigende AanwezigheidVlechtenTwee MensenDrievoudigKnopen

Uw lippen zijn als een scharlaken snoer, en uw spraak is liefelijk; de slaap uws hoofds is als een stuk van een granaatappel tussen uw vlechten.

VersbegrippenRode KoordenAndere Verwijzingen Naar Monden

Als Hij mij daarhenen gebracht had, ziet, zo was er een man, wiens gedaante was als de gedaante van koper; en in zijn hand was een linnen snoer, en een meetriet; en hij stond in de poort.

VersbegrippenBronsMeetstokLinnenGewichten En Maten, LineairIn De Poort StaanDingen Zoals Brons

Dit nu zijn de namen der stammen. Van het einde noordwaarts, aan de zijde des wegs van Hethlon, waar men komt te Hamath, Hazar-Enon, de landpale van Damaskus, noordwaarts aan de zijde van Hamath (ook zal hij den oosterhoek en westerhoek hebben), zal Dan een snoer hebben.

VersbegrippenNoordelijke GrenzenOost En West

Aangaande voorts het overige der stammen; van den oosterhoek tot den westerhoek toe, Benjamin een snoer.

VersbegrippenOost En West

Daarom zegt de HEERE alzo: Uw vrouw zal in de stad hoereren, en uw zonen en uw dochteren zullen door het zwaard vallen, en uw land zal door het snoer uitgedeeld worden; en gij zult in een onrein land sterven, en Israel zal voorzeker uit zijn land gevankelijk worden weggevoerd.

VersbegrippenHeidenenGedood Worden Door Het ZwaardDood Van AmbtsdragersVerbanning In VoouitzichtOnreine Dingen

Daarom zult gij niemand hebben, die het snoer werpe in het lot, in de gemeente des HEEREN.

VersbegrippenNiemand Beschikbaar

Public domain