'Struiken' in de Bijbel
Als nu het water van de fles uit was, zo wierp zij het kind onder een van de struiken.
Toen hief Abraham zijn ogen op, en zag om, en ziet, achter was een ram in de verwarde struiken vast met zijn hoornen; en Abraham ging, en nam dien ram, en offerde hem ten brandoffer in zijns zoons plaats.
Die ziltige kruiden plukten bij de struiken, en welker spijze was de wortel der jeneveren.
Zij schreeuwden tussen de struiken; onder de netelen vergaderden zij zich.
Want de goddeloosheid brandt als vuur, doornen en distelen zal zij verteren, en zal aansteken de verwarde struiken des wouds, die zich verheven hebben als de verheffing des rooks.
En Hij zal met ijzer de verwarde struiken des wouds omhouwen; en de Libanon zal vallen door den Heerlijke.