19 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Verbrandde' in de Bijbel

En hij nam dat kalf, dat zij gemaakt hadden, en verbrandde het in het vuur, en vermaalde het, totdat het klein werd, en strooide het op het water, en deed het den kinderen Israels drinken.

VersbegrippenWeerzinwekkend VoedselVerbranden Van AfgoderijVerdeeld WaterGrootmoeders

Doch het vlees, en de huid verbrandde hij met vuur buiten het leger.

VersbegrippenBuiten Het KampDierenhuidenOffers Verbranden

Maar uw zonde, het kalf, dat gij hadt gemaakt, nam ik, en verbrandde het met vuur, en stampte het, malende het wel, totdat het verdund werd tot stof; en zijn stof wierp ik in de beek, die van den berg afvliet.

VersbegrippenVerpletterenMalenVernietiging Van Satans WerkVerbranden Van Afgoderij

Jozua nu verbrandde Ai, en hij stelde haar tot een eeuwigen hoop, ter verwoesting, tot op dezen dag.

VersbegrippenArcheologieBrandende StedenPlaatsen Tot Op De Dag

Jozua nu deed hun, gelijk hem de HEERE gezegd had; hun paarden verlamde hij, en hun wagenen verbrandde hij met vuur.

VersbegrippenPaardenVernietigen Van StrijdwagensSpieren

En zij sloegen alle ziel, die daarin was, met de scherpte des zwaards, die verbannende; er bleef niets over, dat adem had; en Hazor verbrandde hij met vuur.

VersbegrippenGeen OverlevendenUitroeiingBrandende Steden

Alleenlijk verbrandden de Israelieten geen steden, die op haar heuvelen stonden, behalve Hazor alleen; dat verbrandde Jozua.

VersbegrippenArcheologieVuurzeeBrandende Steden

Ja, zelfs zijn moeder Maacha zette hij ook af, dat zij geen koningin ware, omdat zij een afgrijselijken afgod in een bos gemaakt had; ook roeide Asa uit haar afgrijselijken afgod, en verbrandde hem aan de beek Kidron.

VersbegrippenValse GodenGrootoudersKoninginnenVernietiging Van Satans WerkVerbranden Van AfgoderijAfzettenAsherah DienenGrootmoedersGrootma's

En het geschiedde, als Zimri zag, dat de stad ingenomen was, dat hij ging in het paleis van het huis des konings, en verbrandde boven zich het huis des konings met vuur, en stierf;

VersbegrippenCitadelsGevolgen Van De Afwezigheid Van HoopPaleizenZelfmoordMensen Verbranden

En de koning gebood den hogepriester Hilkia, en den priesteren der tweede ordening, en den dorpelbewaarders, dat zij uit den tempel des HEEREN alle gereedschap, dat voor Baal, en voor het beeld van het bos, en voor al het heir des hemels gemaakt was, uitbrengen zouden; en hij verbrandde dat buiten Jeruzalem in de velden van Kidron, en liet het stof daarvan naar Beth-El dragen.

VersbegrippenAstrologieVerbranden Van AfgoderijAs Van VernederingAsherah Dienen

Hij bracht ook het beeld van het bos uit het huis des HEEREN weg, buiten Jeruzalem, tot de beek Kidron, en verbrandde het aan de beek Kidron, en vergruisde het tot stof; en hij wierp het stof daarvan op de graven der kinderen des volks.

VersbegrippenTombesVerbranden Van Afgoderij

En hij schafte de paarden af, die de koningen van Juda voor de zon gesteld hadden, van den ingang van het huis des HEEREN, tot de kamer van Nathan-Melech, den hoveling, die in Parvarim was; en de wagenen der zon verbrandde hij met vuur.

VersbegrippenKamerherenVerbranden Van AfgoderijVerlaten Van AfgodenPrivé Kamers

Daartoe ook het altaar, dat te Beth-El was, en de hoogte, die Jerobeam, de zoon van Nebat, dewelke Israel zondigen deed, gemaakt had; te zamen dat altaar en die hoogte brak hij af; ja, hij verbrandde de hoogte, hij vergruisde ze tot stof, en hij verbrandde het bos.

VersbegrippenMalenHeidense Altaren

En als Josia zich omkeerde, zag hij de graven, die daar op den berg waren, en zond henen, en nam de beenderen uit de graven, en verbrandde ze op dat altaar, en verontreinigde dat; naar het woord des HEEREN, dat de man Gods uitgeroepen had, die deze woorden uitriep.

VersbegrippenTombesWoord Van GodBenenVerbranden Van Afgoderij

En hij slachtte al de priesteren der hoogten, die daar waren, op de altaren, en verbrandde mensenbeenderen op dezelve. Daarna keerde hij weder naar Jeruzalem.

VersbegrippenCrematieHoge PlaatsenPriesters DodenBenen

En hij verbrandde het huis des HEEREN, en het huis des konings, mitsgaders alle huizen van Jeruzalem; en alle huizen der groten verbrandde hij met vuur.

VersbegrippenPaleizenVernietiging Van HuizenVernietiging Van De TempelJeruzalem VerbrandenHuizen Onder Aanval

Aangaande ook Maacha, de moeder van den koning Asa, hij zette haar af, dat zij geen koningin ware, omdat zij een afgrijselijken afgod in een bos gemaakt had; ook roeide Asa haar afgrijselijken afgod uit, en verbrijzelde en verbrandde hem aan de beek Kidron.

VersbegrippenGrootoudersKoninginnenVernietiging Van Satans WerkGrootmoedersGrootma's

En de beenderen der priesteren verbrandde hij op hun altaren; en hij reinigde Juda en Jeruzalem.

VersbegrippenBenenMensen Verbranden

Zo verbrandde hij het huis des HEEREN en het huis des konings; mitsgaders alle huizen van Jeruzalem en alle huizen der groten verbrandde hij met vuur.

VersbegrippenPaleizenVernietiging Van HuizenJeruzalem Verbranden

Public domain