36 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Vloden' in de Bijbel

Alzo trokken derwaarts op van het volk omtrent drie duizend man; dewelke vloden voor het aangezicht der mannen van Ai.

VersbegrippenNederlaagDrieduizend En MeerIsraël Op De VluchtNederlaag Van Gods Mensen

Jozua dan, en gans Israel, werd geslagen voor hun aangezichten; en zij vloden door den weg der woestijn.

VersbegrippenDoen AlsofIsraël Op De Vlucht

En zij stonden, een iegelijk in zijn plaats, rondom het leger. Toen verliep het ganse leger, en zij schreeuwden en vloden.

VersbegrippenMensen Die Gevlucht ZijnLeger

En Zebah en Tsalmuna vloden; doch hij jaagde hen na; en hij ving de beide koningen der Midianieten, Zebah en Tsalmuna, en verschrikte het ganse leger.

VersbegrippenTwee Andere Mannen

Doch er was een sterke toren in het midden der stad; zo vloden daarheen al de mannen en de vrouwen, en alle burgers van de stad, en sloten voor zich toe; en zij klommen op het dak des torens.

VersbegrippenBovenop Het DakIsraël Op De VluchtDe Rol Van Vrouwen

Toen keerden zij zich, en vloden naar de woestijn, tot den rotssteen van Rimmon; maar zij deden een nalezing onder hen op de straten, van vijf duizend man; voorts kleefden zij hen achteraan tot aan Gideom, en sloegen van hen twee duizend man.

VersbegrippenTweeduizendVijfduizendInhalen

Doch zeshonderd mannen keerden zich, en vloden naar de woestijn, tot den rotssteen van Rimmon, en bleven in den rotssteen van Rimmon, vier maanden.

VersbegrippenZes- Tot ZevenhonderdTwee Tot Vier MaandenIsraël Op De VluchtOverlevenden Van IsraëlZeshonderd En Meer

Toen streden de Filistijnen, en Israel werd geslagen, en zij vloden een iegelijk in zijn tenten; en er geschiedde een zeer grote nederlaag, zodat er van Israel vielen dertig duizend voetvolks.

VersbegrippenTentenBloedbadDertigduizend En MeerIsraël Op De VluchtDoden Binnen IsraëlNederlaag Van Gods Mensen

En er werd wederom krijg; en David toog uit, en streed tegen de Filistijnen, en hij sloeg hen met een groten slag, en zij vloden voor zijn aangezicht.

VersbegrippenBloedbadMensen Die Gevlucht Zijn

En David sloeg hen van de schemering tot aan den avond van hunlieder anderen dag; en er ontkwam niet een man van hen, behalve vierhonderd jonge mannen, die op kemelen reden en vloden.

VersbegrippenOntsnappenKamelenCavalerieVier- Tot Vijfhonderd1 DagOntsnappen Aan MensenVier- En VijfhonderdVijanden Bevechten

De Filistijnen dan steden tegen Israel; en de mannen Israels vloden voor het aangezicht der Filistijnen, en vielen verslagen op het gebergte Gilboa.

VersbegrippenConfrontatieVijanden Van Israël En JudaLand Als Goddelijk GeschenkIsraël Op De Vlucht

Als de mannen van Israel, die aan deze zijde van het dal waren, en die aan deze zijde der Jordaan waren, zagen, dat de mannen van Israel gevloden waren, en dat Saul en zijn zonen dood waren, zo verlieten zij de steden, en zij vloden. Toen kwamen de Filistijnen en woonden daarin.

VersbegrippenSteden in IsraëlIsraël Op De VluchtVoorbij Jordanië

Toen naderde Joab, en het volk, dat bij hem was, tot den strijd tegen de Syriers; en zij vloden voor zijn aangezicht.

VersbegrippenMensen Die Gevlucht Zijn

Als de kinderen Ammons zagen, dat de Syriers vloden, vloden zij ook voor het aangezicht van Abisai, en kwamen in de stad. En Joab keerde weder van de kinderen Ammons, en kwam te Jeruzalem.

VersbegrippenVluchtelingenMensen Die Gevlucht Zijn

Maar de Syriers vloden voor Israels aangezicht, en David versloeg van de Syriers zevenhonderd wagenen, en veertig duizend ruiteren; daartoe sloeg hij Sobach, hun krijgsoverste, dat hij aldaar stierf.

VersbegrippenZeven- Tot NegenhonderdVeertig Duizend En MeerMensen Die Gevlucht Zijn

En Absaloms jongens deden aan Amnon, gelijk als Absalom geboden had. Toen stonden alle zonen des konings op, en reden een iegelijk op zijn muildier, en vloden.

VersbegrippenMuilezelsAchterkantSoorten DierenOp Muilezels Rijden

Maar het volk zeide: Gij zult niet uittrekken; want of wij te enen male vloden, zij zullen het hart op ons niet stellen; ja, of de helft van ons stierf, zij zullen het hart op ons niet stellen; maar gij zijt nu als tien duizend onzer. Zo zal het nu beter zijn, dat gij ons uit de stad ter hulpe zijt.

VersbegrippenWaardenTienduizendenMensen Die HelpenHelft Van GroepenBijzondere IndividuenWaarde

En een ieder sloeg zijn man, zodat de Syriers vloden, en Israel jaagde hen na. Doch Benhadad, de koning van Syrie, ontkwam op een paard, met enige ruiteren.

VersbegrippenMensen Die Gevlucht ZijnSyrië

En de overgeblevenen vloden naar Afek in de stad, en de muur viel op zeven en twintig duizend mannen, die overgebleven waren; ook vlood Benhadad, en kwam in de stad van kamer in kamer.

VersbegrippenMurenTwintigduizend En MeerMensen Die Gevlucht ZijnPrivé Kamers

Maar als zij aan het leger van Israel kwamen, maakten zich de Israelieten op, en sloegen de Moabieten; en zij vloden van hun aangezicht; ja, zij kwamen in het land, slaande ook de Moabieten.

VersbegrippenInvasiesMensen Die Gevlucht Zijn

En Juda werd geslagen voor het aangezicht van Israel, en zij vloden, een iegelijk in zijn tenten.

VersbegrippenIsraël Op De VluchtNederlaag Van Gods Mensen

Toen werd de stad doorgebroken, en al de krijgslieden vloden des nachts door den weg der poort, tussen de twee muren, die aan des konings hof waren (de Chaldeen nu waren tegen de stad rondom), en de koning trok door den weg des vlakken velds.

VersbegrippenTuinbouwMurenOmringende VijandenKomt TussenOmmuurde StedenIsraël Op De VluchtGedurende Een NachtTwee Delen Van Constructies

En de Filistijnen streden tegen Israel, en de mannen van Israel vloden voor het aangezicht der Filistijnen, en zij vielen verslagen op het gebergte Gilboa.

VersbegrippenIsraël Op De Vlucht

Als al de mannen van Israel, die in het dal waren, zagen, dat zij gevloden waren, en dat Saul en zijn zonen dood waren, zo verlieten zij hun steden, en zij vloden. Toen kwamen de Filistijnen en woonden daarin.

VersbegrippenLegers Tegen IsraëlIsraël Op De Vlucht

Toen naderde Joab en het volk, dat bij hem was, ten strijde voor het aangezicht der Syriers; en zij vloden voor zijn aangezicht.

VersbegrippenMensen Die Gevlucht Zijn

Toen de kinderen Ammons zagen, dat de Syriers vloden, zo vloden zij ook voor het aangezicht van Abisai, zijn broeder, en zij kwamen in de stad; en Joab kwam te Jeruzalem.

VersbegrippenMensen Die Gevlucht Zijn

Doch de Syriers vloden voor het aangezicht van Israel, en David versloeg van de Syriers zeven duizend wagenen, en veertig duizend mannen te voet; daartoe doodde hij Sofach, den krijgsoverste.

VersbegrippenZevenduizendVeertig Duizend En MeerMensen Die Gevlucht Zijn

En de kinderen Israels vloden voor het aangezicht van Juda; en God gaf hen in hun hand.

En de HEERE plaagde de Moren voor Asa en voor Juda; en de Moren vloden.

En Juda werd geslagen voor het aangezicht van Israel; en zij vloden een iegelijk in zijn tenten.

VersbegrippenTwaalf Wezens

De koningen der heirscharen vloden weg, zij vloden weg; en zij, die te huis bleef, deelde den roof uit.

VersbegrippenMensen Die Gevlucht ZijnDe Buit Verdelen

En het geschiedde, als Zedekia, de koning van Juda, en al de krijgslieden hen zagen, zo vloden zij, en togen bij nacht uit de stad, door den weg van des konings hof, door de poort tussen de twee muren; en hij toog uit door den weg des vlakken velds.

VersbegrippenNatuurlijke TuinTuinbouwKomt TussenTwee Delen Van ConstructiesTuinen Aan Paleizen

Toen werd de stad doorgebroken, en al de krijgslieden vloden, en trokken uit des nachts, uit de stad, door den weg der poort tussen de twee muren, die aan des konings hof waren (de Chaldeen nu waren tegen de stad rondom), en zij togen door den weg des vlakken velds.

VersbegrippenStormrammenTuinbouwKomt TussenPoorten Van De StadIsraël Op De Vlucht

En ik, Daniel, alleen zag dat gezicht, maar de mannen, die bij mij waren, zagen dat gezicht niet; doch een grote verschrikking viel op hen, en zij vloden, om zich te versteken.

VersbegrippenAlleen HandelenBevende TroepenZij Die Visioenen HaddenGeen VisioenenGeen Spirituele Dingen ZienZich Verbergen Voor GodOverweldigd Zijn

En zij, haastelijk uitgegaan zijnde, vloden van het graf, en beving en ontzetting had haar bevangen; en zij zeiden niemand iets; want zij waren bevreesd.

VersbegrippenVerwarringBevenAngst Voor Het OnbekendeVerbijsteringDe Tombe Van JezusZij Die Niets Zeggen

Public domain