19 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Westerhoek' in de Bijbel

En in de breedte des voorhofs, aan den westerhoek, zullen behangselen zijn van vijftig ellen; hun pilaren tien, en derzelver voeten tien.

En aan den westerhoek waren behangselen van vijftig ellen, hun pilaren tien en derzelver voeten tien; de haken der pilaren en hun banden waren van zilver.

De vorst nu zal zijn deel hebben van deze en van gene zijde des heiligen hefoffers en der bezitting der stad, voor aan het heilig hefoffer, en voor aan de bezitting der stad; van den westerhoek westwaarts, en van den oosterhoek oostwaarts; en de lengte zal zijn tegenover een der delen, van de westergrens tot de oostergrens toe.

En den westerhoek, de grote zee, van de landpale af tot daar men recht tegenover Hamath komt; dat zal de westerhoek zijn.

Dit nu zijn de namen der stammen. Van het einde noordwaarts, aan de zijde des wegs van Hethlon, waar men komt te Hamath, Hazar-Enon, de landpale van Damaskus, noordwaarts aan de zijde van Hamath (ook zal hij den oosterhoek en westerhoek hebben), zal Dan een snoer hebben.

En aan de landpale van Dan, van den oosterhoek tot den westerhoek toe, Aser een.

En aan de landpale van Aser, van den oosterhoek af tot den westerhoek toe, Nafthali een.

En aan de landpale van Nafthali, van den oosterhoek tot den westerhoek toe, Manasse een.

En aan de landpale van Manasse, van den oosterhoek tot den westerhoek toe, Efraim een.

En aan de landpale van Efraim, van den oosterhoek tot den westerhoek toe, Ruben een.

En aan de landpale van Ruben, van den oosterhoek tot den westerhoek toe, Juda een.

Aan de landpale nu van Juda, van den oosterhoek tot den westerhoek toe, zal het hefoffer zijn, dat gijlieden zult offeren, vijf en twintig duizend meetrieten in breedte, en de lengte, als van een der andere delen, van den oosterhoek tot den westerhoek toe; en het heiligdom zal in het midden deszelven zijn.

En dit zullen haar maten zijn: de noorderhoek, vier duizend en vijfhonderd meetrieten; en de zuiderhoek vier duizend en vijfhonderd en van den oosterhoek vier duizend en vijfhonderd; en de westerhoek vier duizend en vijfhonderd.

Aangaande voorts het overige der stammen; van den oosterhoek tot den westerhoek toe, Benjamin een snoer.

En aan de landpale van Benjamin, van den oosterhoek tot den westerhoek toe, Simeon een.

En aan de landpale van Simeon, van den oosterhoek tot de westerhoek toe, Issaschar een.

En aan de landpale van Issaschar, van den oosterhoek tot aan den westerhoek toe, Zebulon een.

En aan de landpale van Zebulon, van den oosterhoek tot den westerhoek toe, Gad een.

De westerhoek, vier duizend en vijfhonderd; derzelver poorten drie: een poort van Gad, een poort van Aser, een poort van Nafthali.

Zoekresultaten op Versies

Alle versies

Zoekresultaten op Boek

Alle Boeken

Public domain