3 gebeurtenissen in 1 vertaling
'Wier' in de Bijbel
En Abraham voer voort, en nam een vrouw, wier naam was Ketura.
Jozua nu, de zoon van Nun, had twee mannen, die heimelijk verspieden zouden, gezonden van Sittim, zeggende: Gaat heen, bezichtigt het land en Jericho. Zij dan gingen, en kwamen ten huize van een vrouw, een hoer, wier naam was Rachab, en zij sliepen daar.
De wateren hadden mij omgeven tot de ziel toe, de afgrond omving mij; het wier was aan mijn hoofd gebonden.
Zoekresultaten op Versies
Alle versies
Zoekresultaten op Boek
Alle Boeken