'Zalfolie' in de Bijbel
Olie tot den luchter, specerijen ter zalfolie, en tot roking welriekende specerijen;
En gij zult de zalfolie nemen, en op zijn hoofd gieten; alzo zult gij hem zalven.
Dan zult gij nemen van het bloed, dat op het altaar is, en van de zalfolie, en gij zult op Aaron en op zijn klederen sprengen, en op zijn zonen en op de klederen zijner zonen met hem; opdat hij geheiligd zij, en zijn klederen, ook zijn zonen, en de klederen zijner zonen met hem.
Ook de zalfolie, en het reukwerk van welriekende specerijen voor het heiligdom; naar alles, wat Ik u geboden heb, zullen zij het maken.
En olie tot den luchter, en specerijen ter zalfolie, en tot roking welriekende specerijen;
En het reukaltaar, en zijn handbomen, en de zalfolie, en het reukwerk van welriekende specerijen; en het deksel der deur aan de deur des tabernakels;
En specerijen en olie, tot den luchter en tot de zalfolie, en tot roking welriekende specerijen.
Hij maakte ook de heilige zalfolie, en het reukwerk der zuiverste welriekende specerijen, naar apothekerswerk.
Verder het gouden altaar, en de zalfolie, en het reukwerk van welriekende specerijen, en het deksel van de deur der tent.
Dan zult gij de zalfolie nemen en zalven den tabernakel, en al wat daarin is; en gij zult dezelven heiligen, met al zijn gereedschap, en het zal een heiligheid zijn.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Exodus (10)
- Leviticus (7)
- Numberi (1)