'Zijde' in de Bijbel
Des anderen daags de schare, die aan de andere zijde der zee stond, ziende, dat aldaar geen ander scheepje was dan dat ene, daar Zijn discipelen ingegaan waren, en dat Jezus met Zijn discipelen in dat scheepje niet was gegaan, maar dat Zijn discipelen alleen weggevaren waren;
Alwaar zij Hem kruisten, en met Hem twee anderen, aan elke zijde een, en Jezus in het midden.
Maar een der krijgsknechten doorstak Zijn zijde met een speer, en terstond kwam er bloed en water uit.
En dit gezegd hebbende, toonde Hij hun Zijn handen en Zijn zijde. De discipelen dan werden verblijd, als zij den Heere zagen.
De andere discipelen dan zeiden tot hem: Wij hebben den Heere gezien. Doch hij zeide tot hen: Indien ik in Zijn handen niet zie het teken der nagelen, en mijn vinger steke in het teken der nagelen, en steke mijn hand in Zijn zijde, ik zal geenszins geloven.
Daarna zeide Hij tot Thomas: Breng uw vinger hier, en zie Mijn handen, en breng uw hand, en steek ze in Mijn zijde; en zijt niet ongelovig, maar gelovig.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (4)
- Exodus (34)
- Leviticus (3)
- Numberi (9)
- Deuteronomium (12)
- Jozua (36)
- Richteren (4)
- Ruth (1)
- 1 Samuël (12)
- 2 Samuël (10)
- 1 Koningen (4)
- 2 Koningen (1)
- 1 Kronieken (6)
- 2 Kronieken (2)
- Ezra (13)
- Nehemia (3)
- Job (2)
- Psalmen (2)
- Spreuken (1)
- Prediker (1)
- Jesaja (4)
- Jeremia (2)
- Ezechiël (32)
- Daniël (2)