'Zoudt' in de Bijbel
Waarom hebt gij dat zondoffer niet gegeten in de heilige plaats? Want het is een heiligheid der heiligheden, en Hij heeft u dat gegeven, opdat gij de ongerechtigheid der vergadering zoudt dragen, om over die verzoening te doen voor het aangezicht des HEEREN.
Maakt uw zielen niet verfoeilijk aan enig kruipend gedierte, dat kruipt; en verontreinigt u niet daaraan, dat gij daaraan verontreinigd zoudt worden.
Gij zult niet valselijk bij Mijn Naam zweren; want gij zoudt den Naam uws Gods ontheiligen; Ik ben de HEERE.
En gij zult Mij heilig zijn, want Ik, de HEERE, ben heilig; en Ik heb u van de volken afgezonderd, opdat gij Mijns zoudt zijn.
En als gij zoudt zeggen: Wat zullen wij eten in het zevende jaar? Ziet, wij zullen niet zaaien, en onze inkomst niet inzamelen;
Ik ben de HEERE, uw God, Die u uit het land der Egyptenaren uitgevoerd heb, opdat gij hun slaven niet zoudt zijn; en Ik heb de disselbomen van uw juk verbroken, en heb u doen rechtop staan.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (8)
- Exodus (5)
- Leviticus (6)
- Numberi (2)
- Deuteronomium (10)
- Richteren (9)
- Ruth (3)
- 1 Samuël (9)
- 2 Samuël (11)
- 1 Koningen (2)
- 2 Koningen (8)
- 1 Kronieken (2)
- 2 Kronieken (3)
- Ezra (1)
- Nehemia (5)
- Job (7)
- Psalmen (3)
- Spreuken (5)
- Prediker (3)
- Hooglied (1)
- Jesaja (17)
- Jeremia (14)
- Klaagliederen (2)
- Ezechiël (8)
- Daniël (2)
- Hosea (1)
- Joël (1)
- Obadja (1)
- Micha (1)
- Habakuk (2)
- Maleachi (1)