'Amalek' in de Bijbel
Mozes dan zeide tot Jozua: Kies ons mannen, en trek uit, strijd tegen Amalek; morgen zal ik op de hoogte des heuvels staan, en de staf Gods zal in mijn hand zijn.
Jozua nu deed, als Mozes hem gezegd had, strijdende tegen Amalek; doch Mozes, Aaron en Hur klommen op de hoogte des heuvels.
En het geschiedde, terwijl Mozes zijn hand ophief, zo was Israel de sterkste; maar terwijl hij zijn hand nederliet, zo was Amalek de sterkste.
Alzo dat Jozua Amalek en zijn volk krenkte, door de scherpte des zwaards.
Toen zeide de HEERE tot Mozes: Schrijf dit ter gedachtenis in een boek, en leg het in de oren van Jozua, dat Ik de gedachtenis van Amalek geheel uitdelgen zal van onder den hemel.
En hij zeide: Dewijl de hand op den troon des HEEREN is, zo zal de oorlog des HEEREN tegen Amalek zijn, van geslacht tot geslacht!