4 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Benjamín' in de Bijbel

Toen maakten zich op de hoofden der vaderen van Juda en Benjamin, en de priesteren en de Levieten, benevens een iegelijk, wiens geest God verwekte, dat zij optrokken om te bouwen het huis des HEEREN, die te Jeruzalem woont.

VersbegrippenHuis Van GodHet Instituut Priesters In De Tijd Van OTStammen Van IsraëlDrangNaar Een Nieuwe Plek GaanJeruzalem

Toen nu de wederpartijders van Juda en Benjamin hoorden, dat de kinderen der gevangenis den HEERE, den God Israels, den tempel bouwden;

VersbegrippenGebouwd, LetterlijkWederopbouw Van De Tempel

Toen verzamelden zich alle mannen van Juda en Benjamin te Jeruzalem in drie dagen; het was de negende maand op den twintigsten in de maand; en al het volk zat op de straat van Gods huis, sidderende om deze zaak, en vanwege de plasregenen.

VersbegrippenRegenGods Heerschap Over Het WeerMaand 9Bevende TroepenHet Weer Dat Lijden Veroorzaakt

Benjamin, Malluch, Semarja.

Public domain