'Dage' in de Bijbel
Alzo werd Moab te dien dage onder Israels hand ten ondergebracht; en het land was stil tachtig jaren.
Alzo heeft God te dien dage Jabin, den koning van Kanaan, ten ondergebracht, voor het aangezicht der kinderen Israels.
Voorts zong Debora, en Barak, de zoon van Abinoam, ten zelven dage, zeggende:
Daarom noemde hij hem te dien dage Jerubbaal, zeggende: Baal twiste tegen hem, omdat hij zijn altaar heeft omgeworpen.
Indien gij dan in waarheid en in oprechtheid bij Jerubbaal en bij zijn huis te dezen dage gehandeld hebt, zo weest vrolijk over Abimelech, en hij zij ook vrolijk over ulieden.
Maar de kinderen Israels zeiden tot den HEERE: Wij hebben gezondigd; doe Gij ons, naar alles, wat goed is in Uw ogen; alleenlijk verlos ons toch te dezen dage!
Als ik nu zag, dat gij niet verlostet, zo stelde ik mijn ziel in mijn hand, en toog door tot de kinderen Ammons, en de HEERE gaf hen in mijn hand; waarom zijt gij dan te dezen dage tot mij opgekomen, om tegen mij te strijden?
En de kinderen van Benjamin werden te dien dage geteld uit de steden, zes en twintig duizend mannen, die het zwaard uittrokken, behalve dat de inwoners van Gibea geteld werden, zevenhonderd uitgelezene mannen.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (17)
- Exodus (8)
- Leviticus (8)
- Numberi (11)
- Deuteronomium (24)
- Jozua (13)
- Richteren (8)
- Ruth (1)
- 1 Samuël (35)
- 2 Samuël (16)
- 1 Koningen (14)
- 2 Koningen (1)
- 1 Kronieken (4)
- 2 Kronieken (6)
- Ezra (2)
- Nehemia (4)
- Esther (5)
- Job (2)
- Psalmen (18)
- Spreuken (9)
- Prediker (1)
- Jesaja (48)
- Jeremia (26)
- Klaagliederen (2)
- Ezechiël (31)
- Daniël (2)
- Hosea (8)
- Joël (1)
- Amos (7)
- Obadja (5)
- Micha (5)
- Nahum (1)
- Habakuk (1)
- Zefanja (6)
- Zacharia (23)
- Maleachi (2)