6 gebeurtenissen in 1 vertaling
'Dalen' in de Bijbel
Gij maakt zijn omgeploegde aarde dronken; Gij doet ze dalen in zijn voren; Gij maakt het week door de druppelen; Gij zegent zijn uitspruitsel.
[ (Psalms 65:14) De velden zijn bekleed met kudden, en de dalen zijn bedekt met koren; zij juichen, ook zingen zij. ]
De bergen rezen op, de dalen daalden, ter plaatse, die Gij voor hen gegrond hadt.
Die de fonteinen uitzendt door de dalen, dat zij tussen de gebergten henen wandelen.
Zij rijzen op naar den hemel; zij dalen neder tot in de afgronden; hun ziel versmelt van angst.
Verhoor mij haastelijk, HEERE! mijn geest bezwijkt; verberg Uw aangezicht niet van mij, want ik zou gelijk worden dengenen, die in den kuil dalen.
Zoekresultaten op Versies
Alle versies