'Geschieden' in de Bijbel
Zie, Gij hebt mij heden verdreven van den aardbodem, en ik zal voor Uw aangezicht verborgen zijn; en ik zal zwervende en dolende zijn op de aarde, en het zal geschieden, dat al wie mij vindt, mij zal doodslaan.
En het zal geschieden, als Ik wolken over de aarde brenge, dat deze boog zal gezien worden in de wolken;
En het zal geschieden, als u de Egyptenaars zullen zien, zo zullen zij zeggen: Dat is zijn huisvrouw; en zij zullen mij doden, en u in het leven behouden.
En op uw zwaard zult gij leven, en zult uw broeder dienen; doch het zal geschieden, als gij heersen zult, dan zult gij zijn juk van uw hals afrukken.
Zo zal het geschieden, als hij ziet, dat de jongeling er niet is, dat hij sterven zal; en uw knechten zullen de grauwe haren van uw knecht, onzen vader, met droefenis ten grave doen nederdalen.
Wanneer het nu geschieden zal, dat Farao ulieden zal roepen, en zeggen: Wat is uw hantering?
Doch met de inkomsten zal het geschieden, dat gij aan Farao het vijfde deel zult geven, en de vier delen zullen voor u zijn, tot zaad des velds, en tot uw spijze en van degenen, die in uw huizen zijn, en om te eten voor uw kinderkens.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (7)
- Exodus (14)
- Leviticus (6)
- Numberi (9)
- Deuteronomium (25)
- Jozua (10)
- Richteren (4)
- Ruth (2)
- 1 Samuël (9)
- 2 Samuël (3)
- 1 Koningen (10)
- 2 Koningen (4)
- 1 Kronieken (2)
- 2 Kronieken (1)
- Esther (5)
- Job (1)
- Prediker (5)
- Jesaja (33)
- Jeremia (18)
- Ezechiël (14)
- Daniël (5)
- Hosea (4)
- Joël (3)
- Amos (4)
- Micha (2)
- Nahum (1)
- Zefanja (2)
- Zacharia (17)