'Gezondigd' in de Bijbel
Het geschiedde dan, als de dagen der maaltijden omgegaan waren, dat Job henenzond, en hen heiligde en des morgens vroeg opstond, en brandofferen offerde naar hun aller getal; want Job zeide: Misschien hebben mijn kinderen gezondigd, en God in hun hart gezegend. Alzo deed Job al die dagen.
Heb ik gezondigd, wat zal ik U doen, o Mensenhoeder? Waarom hebt Gij mij U tot een tegenloop gesteld, dat ik mijzelven tot een last zij?
Indien uw kinderen gezondigd hebben tegen Hem, Hij heeft hen ook in de hand hunner overtreding geworpen.
De droogte mitsgaders de hitte nemen de sneeuwwateren weg; alzo het graf dergenen, die gezondigd hebben.
Hij zal de mensen aanschouwen, en zeggen: Ik heb gezondigd, en het recht verkeerd, hetwelk mij niet heeft gebaat;
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (3)
- Exodus (3)
- Leviticus (20)
- Numberi (10)
- Deuteronomium (3)
- Jozua (2)
- Richteren (3)
- 1 Samuël (7)
- 2 Samuël (4)
- 1 Koningen (10)
- 2 Koningen (3)
- 1 Kronieken (2)
- 2 Kronieken (6)
- Nehemia (3)
- Job (5)
- Psalmen (3)
- Jesaja (3)
- Jeremia (12)
- Klaagliederen (3)
- Ezechiël (6)
- Daniël (4)
- Hosea (2)
- Micha (1)
- Habakuk (1)
- Zefanja (1)