'Goden' in de Bijbel
En Naaman zeide: Zo niet; laat toch uw knecht gegeven worden een last aarde van een juk muildieren; want uw knecht zal niet meer brandoffer of slachtoffer aan andere goden doen, maar den HEERE.
Want het was geschied, dat de kinderen Israels gezondigd hadden tegen den HEERE, hun God, Die hen uit Egypteland opgebracht had, van onder de hand van Farao, den koning van Egypte; en hadden andere goden gevreesd;
Maar elk volk maakte zijn goden; en zij stelden ze in de huizen der hoogten, die de Samaritanen gemaakt hadden, elk volk in hun steden, waarin zij woonachtig waren.
En de Avieten maakten Nibhaz en Tartak, en de Sefarvieten verbrandden hun zonen voor Adramelech en Anamelech, de goden van Sefarvaim, met vuur.
Zij vreesden den HEERE, en dienden ook hun goden, naar de wijze der volken, van dewelke zij die weggevoerd hadden.
Nochtans had de HEERE een verbond met hen gemaakt, en had hun geboden, zeggende: Gij zult geen andere goden vrezen, noch u voor hen nederbuigen, noch hen dienen, noch hun offerande doen.
En de inzettingen, en de rechten, en de wet, en het gebod, die Hij u geschreven heeft, zult gij waarnemen te doen te allen dag; en gij zult andere goden niet vrezen.
En het verbond, dat Ik met u gemaakt heb, zult gij niet vergeten; en gij zult andere goden niet vrezen.
Hebben de goden der volken, ieder zijn land, enigszins gered uit de hand van den koning van Assyrie?
Waar zijn de goden van Hamath, en van Arpad? Waar zijn de goden van Sefarvaim, Hena en Ivva? Ja, hebben zij Samaria uit mijn hand gered?
Welke zijn ze onder alle goden der landen, die hun land uit mijn hand gered hebben, dat de HEERE Jeruzalem uit mijn hand redden zou?
Hebben de goden der volken, die mijn vaders verdorven hebben, dezelve gered, als Gozan, en Haran, en Rezef, en de kinderen van Eden, die in Telasser waren?
En hebben hun goden in het vuur geworpen; want zij waren geen goden, maar het werk van mensenhanden, hout en steen; daarom hebben zij die verdorven.
Daarom dat zij Mij verlaten, en anderen goden gerookt hebben, opdat zij Mij tot toorn verwekten met al het werk hunner handen, zo zal Mijn grimmigheid aangestoken worden, tegen deze plaats, en niet uitgeblust worden.
Verwante onderwerpen
- Aangemoedigd Om Vreemde Goden Te Dienen
- Afgoden
- Afgoden Bestaan Niet
- Afgoden Dragen
- Afgoden Maken
- Afgoden Niet Zien
- Afgoden Vertrouwen
- Andere Goden
- Andere Goden Verzaken
- Brons Voor Afgoden
- Buigen Voor Valse Goden
- De Goden Eren
- Geen Afgoden Aanbidden
- Geen Heil Van Andere Goden
- Heidense Goden
- Huishoud Goden
- Lot Van Afgodendienaars
- Mannen Als Goden
- Niet Zoals Afgoden
- Nutteloze Afgoden
- Onbekende Goden
- Onmacht Van Afgoden
- Profeten Van Andere Goden
- Straffen Voor Het Dienen Van Andere Goden
- Valse Goden
- Vereer Geen Andere Goden
- Verlaten Van Afgoden
- Voedsel Aangeboden Aan Afgoden
- Voedsel Voor Andere Goden
- Zijn Eigen Goden Dienen