4 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Groef' in de Bijbel

Als nu Izak wedergekeerd was, groef hij die waterputten op, die zij ten tijde van Abraham, zijn vader, gegraven, en die de Filistijnen na Abrahams dood toegestopt hadden; en hij noemde derzelver namen naar de namen, waarmede zijn vader die genoemd had.

VersbegrippenBronnen StoppenMensen Die Dingen BenoemenTijden Van Mensen

En hij brak op van daar, en groef een andere put, en zij twistten over dien niet; daarom noemde hij deszelfs naam Rehoboth, en zeide: Want nu heeft ons de HEERE ruimte gemaakt, en wij zijn gewassen in dit land.

VersbegrippenOvervloed, MaterieelUitgravingPotentieel Van FruitRuime PlekMensen Die Dingen BenoemenVrijheidNaar Een Nieuwe Plek GaanRuimteVruchtbaarheidLand

Zo ging ik naar den Frath, en groef, en nam den gordel van de plaats, alwaar ik dien verstoken had; en ziet, de gordel was verdorven en deugde nergens toe.

En Hij zeide tot mij: Mensenkind, graaf nu in dien wand. En ik groef in dien wand, en ziet, daar was een deur.

VersbegrippenUitgravingDe Daad Van OpenenMuren Openen

Public domain