'Komen' in de Bijbel
En de koning Nebukadnezar zond henen, om te verzamelen, de stadhouders, de overheden, en de landvoogden, de wethouders, de schatmeesters, de raadsheren, de ambtlieden, en al de heerschappers der landschappen, dat zij komen zouden tot de inwijding van het beeld, hetwelk de koning Nebukadnezar had opgericht.
Dit is de beduiding, o koning! en dit is een besluit des Allerhoogsten, hetwelk over mijn heer, den koning komen zal:
En na die twee en zestig weken zal de Messias uitgeroeid worden, maar het zal niet voor Hem zelven zijn; en een volk des vorsten, hetwelk komen zal, zal de stad en het heiligdom verderven, en zijn einde zal zijn met een overstromende vloed, en tot het einde toe zal er krijg zijn, en vastelijk besloten verwoestingen.
Toen zeide Hij: Weet gij, waarom dat Ik tot u gekomen ben? Doch nu zal Ik wederkeren om te strijden tegen den vorst der Perzen; en als Ik zal uitgegaan zijn, ziet, zo zal de vorst van Griekenland komen.
Op het einde nu van sommige jaren, zullen zij zich met elkander bevrienden, en de dochter des konings van het Zuiden zal komen tot den koning van het Noorden, om billijke voorwaarden te maken; doch zij zal de macht des arms niet behouden, daarom zal hij, noch zijn arm, niet bestaan; maar zij zal overgegeven worden, en die haar gebracht hebben, en die haar gegenereerd heeft, en die haar gesterkt heeft in die tijden.
Doch uit de spruit van haar wortelen zal er een opstaan in zijn staat, die zal met heirkracht komen, en hij zal komen tegen die sterke plaatsen des konings van het Noorden, en hij zal tegen dezelve doen, en hij zal ze bemachtigen.
Alzo zal de koning van het Zuiden in het koninkrijk komen, en hij zal wederom in zijn land trekken.
Doch zijn zonen zullen zich in strijd mengen, en zij zullen een menigte van grote heiren verzamelen; en een van hen zal snellijk komen, en als een vloed overstromen en doortrekken; en hij zal wederom komen, en zich in den strijd mengen, tot aan zijn sterke plaats toe.
Want de koning van het Noorden zal wederkeren, en hij zal een groter menigte dan de eerste was, oprichten; en aan het einde van de tijden der jaren, zal hij snellijk komen met een grote heirkracht, en met groot goed.
En de koning van het Noorden zal komen, en een wal opwerpen, en vaste steden innemen; en de armen van het Zuiden zullen niet bestaan, noch zijn uitgelezen volk, ja, er zal geen kracht zijn om te bestaan.
En hij zal zijn aangezicht stellen, om met de kracht zijns gansen rijks te komen, en hij zal billijke voorwaarden medebrengen, en hij zal het doen; want hij zal hem een dochter der vrouwen geven, om haar te verderven, maar zij zal niet vast staan, en zij zal voor hem niet zijn.
Daarna zal er een verachte in zijn staat staan, denwelken men de koninklijke waardigheid niet zal geven; doch hij zal in stilheid komen, en het koninkrijk door vleierijen bemachtigen.
Met stilheid zal hij ook in de vette plaatsen des landschaps komen, en hij zal doen, dat zijn vaders, of de vaders zijner vaderen, niet gedaan hebben; roof, en buit, en goederen, zal hij onder hen uitstrooien, en hij zal tegen de vastigheden zijn gedachten denken, doch tot een zekeren tijd toe.
Ter bestemder tijd zal hij wederkeren, en tegen het Zuiden komen, doch het zal niet zijn gelijk de eerste, noch gelijk de laatste reize.
Want er zullen schepen van Chittim tegen hem komen, daarom zal hij met smart bevangen worden, en hij zal wederkeren, en gram worden tegen het heilig verbond, en hij zal het doen; want wederkerende zal hij acht geven op de verlaters des heiligen verbonds.
En op den tijd van het einde, zal de koning van het Zuiden tegen hem met hoornen stoten; en de koning van het Noorden zal tegen hem aanstormen, met wagenen, en met ruiteren, en met vele schepen; en hij zal in de landen komen, en hij zal ze overstromen en doortrekken.
En hij zal komen in het land des sieraads, en vele landen zullen ter nedergeworpen worden; doch deze zullen zijn hand ontkomen, Edom en Moab, en de eerstelingen der kinderen Ammons.
En hij zal de tenten van zijn paleis planten tussen de zeeen aan den berg des heiligen sieraads; en hij zal tot zijn einde komen, en zal geen helper hebben.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (13)
- Exodus (16)
- Leviticus (17)
- Numberi (9)
- Deuteronomium (24)
- Jozua (6)
- Richteren (9)
- 1 Samuël (17)
- 2 Samuël (12)
- 1 Koningen (9)
- 2 Koningen (11)
- 1 Kronieken (3)
- 2 Kronieken (11)
- Ezra (1)
- Nehemia (5)
- Esther (6)
- Job (10)
- Psalmen (19)
- Spreuken (8)
- Prediker (2)
- Jesaja (53)
- Jeremia (62)
- Klaagliederen (3)
- Ezechiël (23)
- Daniël (18)
- Hosea (5)
- Joël (1)
- Amos (4)
- Micha (7)
- Habakuk (3)
- Zacharia (9)
- Maleachi (2)
- Mattheüs (35)
- Markus (17)
- Lukas (34)
- Johannes (24)
- Handelingen (11)
- Romeinen (10)
- 1 Corinthiërs (6)
- 2 Corinthiër (7)
- Galaten (1)
- Efeziërs (1)
- Filippenzen (2)
- 1 Thessalonicenzen (2)
- 1 Timotheüs (2)
- 2 Timotheüs (3)
- Titus (1)
- Hebreeën (4)
- Jakobus (2)
- 1 Petrus (1)
- 2 Petrus (3)
- 1 Johannes (1)
- 2 Johannes (1)
- Openbaring (15)
Verwante onderwerpen
- Aankomende Leeftijd
- Andere Mensen Verwelkomen
- Angst Zal Komen
- Binnenkomende Demonen
- Buitengaan En Binnenkomen
- Christus Niet Verwelkomen
- Christus Verwelkomen
- De Hogepriesters Die Samenkomen
- De Komende Dag Van Gods Toorn
- De Ouderen Die Bijeenkomen
- Dichtbij Christus Komen
- Dichtbij God Komen
- Door Moeilijke Tijden Komen
- Geen Mensen Verwelkomen
- Gelovingen Verwelkomen
- Het Komend Oordeel
- Hongersnood Komende Van God
- Hongersnood Zal Komen
- Komende Hongersnood
- Korte Tijd Voor Actie
- Naar De Rode Zee Komen
- Niet Dicht Bij God Komen
- Op Tijd Komen
- Samenkomen
- Samenkomen Aan De Ingang
- Samenkomen Israël
- Schaamte Is Aangekomen
- Schaamte Zal Aankomen
- Thuiskomen
- Tot Christus Komen
- Tot De Poorten Komen
- Tot God Komen
- Tot Rust Komen