'Mitsgaders' in de Bijbel
En het overige van Gilead, mitsgaders het ganse Bazan, het koninkrijk van Og, gaf ik aan den halven stam van Manasse, de ganse landstreek van Argob, door het ganse Bazan; datzelve werd genoemd het land der reuzen.
Daartoe het vlakke veld, en de Jordaan, mitsgaders de landpale; van Cinnereth af tot aan de zee des vlakken velds, de Zoutzee, onder Asdoth-Pisga tegen het oosten.
Gij zult de geboden des HEEREN, uws Gods, vlijtig houden, mitsgaders Zijn getuigenissen, en Zijn inzettingen, die Hij u geboden heeft.
De HEERE zal u, mitsgaders uw koning, dien gij over u zult gesteld hebben, doen gaan tot een volk, dat gij niet gekend hebt, noch uw vaderen; en aldaar zult gij dienen andere goden, hout en steen.
Zo zal de HEERE uw plagen wonderlijk maken, mitsgaders de plagen van uw zaad; het zullen grote en gewisse plagen, en boze en gewisse krankten zijn.
En wij hebben hun land ingenomen, en dat ten erve gegeven aan de Rubenieten en Gadieten, mitsgaders aan den halven stam der Manassieten.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (2)
- Exodus (2)
- Leviticus (15)
- Numberi (10)
- Deuteronomium (6)
- Jozua (4)
- Richteren (3)
- Ruth (1)
- 1 Samuël (3)
- 2 Samuël (2)
- 1 Koningen (8)
- 2 Koningen (12)
- 1 Kronieken (2)
- 2 Kronieken (23)
- Ezra (3)
- Nehemia (4)
- Esther (1)
- Job (1)
- Psalmen (6)
- Spreuken (2)
- Hooglied (2)
- Jesaja (4)
- Jeremia (21)
- Klaagliederen (1)
- Ezechiël (5)
- Daniël (2)
- Hosea (3)
- Amos (1)
- Micha (2)
- Zacharia (2)