'Sprak' in de Bijbel
En daarop kwamen Zijn discipelen en verwonderden zich, dat Hij met een vrouw sprak. Nochtans zeide niemand: Wat vraagt Gij, of: Wat spreekt Gij met haar?
Nochtans sprak niemand vrijmoediglijk van Hem, om de vrees der Joden.
Jezus dan sprak wederom tot henlieden, zeggende: Ik ben het licht der wereld; die Mij volgt, zal in de duisternis niet wandelen, maar zal het licht des levens hebben.
Deze woorden sprak Jezus bij de schatkist, lerende in den tempel; en niemand greep Hem; want Zijn ure was nog niet gekomen.
Zij verstonden niet, dat Hij hun van den Vader sprak.
Als Hij deze dingen sprak, geloofden velen in Hem.
Deze gelijkenis zeide Jezus tot hen; maar zij verstonden niet, wat het was, dat Hij tot hen sprak.
Dit sprak Hij; en daarna zeide Hij tot hen: Lazarus, onze vriend, slaapt; maar Ik ga heen, om hem uit den slaap op te wekken.
Doch Jezus had gesproken van zijn dood; maar zij meenden, dat Hij sprak van de rust des slaaps.
Terwijl gij het Licht hebt, gelooft in het Licht, opdat gij kinderen des Lichts moogt zijn. Deze dingen sprak Jezus; en weggaande verborg Hij Zich van hen.
Dit zeide Jesaja, toen hij Zijn heerlijkheid zag, en van Hem sprak.
En Petrus stond buiten aan de deur. De andere discipel dan, die den hogepriester bekend was, ging uit, en sprak met de deurwaarster, en bracht Petrus in.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (37)
- Exodus (31)
- Leviticus (38)
- Numberi (64)
- Deuteronomium (17)
- Jozua (18)
- Richteren (9)
- 1 Samuël (15)
- 2 Samuël (7)
- 1 Koningen (18)
- 2 Koningen (15)
- 1 Kronieken (2)
- 2 Kronieken (10)
- Nehemia (2)
- Esther (2)
- Job (5)
- Psalmen (6)
- Prediker (2)
- Jesaja (2)
- Jeremia (18)
- Ezechiël (10)
- Daniël (17)
- Hosea (2)
- Jona (2)
- Zacharia (17)