'Uw' in de Bijbel
Nu zo zijn de beloftenissen tot Abraham en zijn zaad gesproken. Hij zegt niet: En den zaden, als van velen; maar als van een: En uw zade; hetwelk is Christus.
En overmits gij kinderen zijt, zo heeft God den Geest Zijns Zoons uitgezonden in uw harten, Die roept: Abba, Vader!
Welke was dan uw gelukachting? Want ik geef u getuigenis, dat gij, zo het mogelijk ware, uw ogen zoudt uitgegraven, en mij gegeven hebben.
Ben ik dan uw vijand geworden, u de waarheid zeggende?
Want de gehele wet wordt in een woord vervuld, namelijk in dit: Gij zult uw naaste liefhebben, gelijk uzelven.
Want ook zijzelven, die besneden worden, houden de wet niet; maar zij willen, dat gij besneden wordt, opdat zij in uw vlees roemen zouden.
De genade van onzen Heere Jezus Christus zij met uw geest, broeders! Amen.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (239)
- Exodus (167)
- Leviticus (141)
- Numberi (97)
- Deuteronomium (411)
- Jozua (71)
- Richteren (63)
- Ruth (17)
- 1 Samuël (141)
- 2 Samuël (114)
- 1 Koningen (141)
- 2 Koningen (76)
- 1 Kronieken (40)
- 2 Kronieken (93)
- Ezra (10)
- Nehemia (36)
- Esther (8)
- Job (82)
- Psalmen (557)
- Spreuken (101)
- Prediker (18)
- Hooglied (32)
- Jesaja (223)
- Jeremia (202)
- Klaagliederen (13)
- Ezechiël (257)
- Daniël (45)
- Hosea (23)
- Joël (18)
- Amos (19)
- Obadja (7)
- Jona (6)
- Micha (21)
- Nahum (13)
- Habakuk (9)
- Zefanja (6)
- Zacharia (19)
- Maleachi (14)
- Mattheüs (102)
- Markus (36)
- Lukas (108)
- Johannes (61)
- Handelingen (54)
- Romeinen (25)
- 1 Corinthiërs (17)
- 2 Corinthiër (24)
- Galaten (7)
- Efeziërs (14)
- Filippenzen (14)
- Colossenzen (17)
- 1 Thessalonicenzen (14)
- 2 Thessalonicenzen (4)
- 1 Timotheüs (3)
- 2 Timotheüs (4)
- Filémon (6)
- Hebreeën (19)
- Jakobus (17)
- 1 Petrus (14)
- 2 Petrus (5)
- 1 Johannes (1)
- 2 Johannes (2)
- 3 Johannes (3)
- Judas (2)
- Openbaring (29)