'Velé' in de Bijbel
En vele heidenen zullen henengaan, en zeggen: Komt en laat ons opgaan tot den berg des HEEREN, en ten huize van den God Jakobs, opdat Hij ons lere van Zijn wegen, en wij in Zijn paden wandelen; want uit Sion zal de wet uitgaan, en des HEEREN woord uit Jeruzalem.
Nu zijn wel vele heidenen tegen u verzameld, die daar zeggen: Laat ze ontheiligd worden, en laat ons oog schouwen aan Sion.
Maak u op en dors, o dochter Sions! Want Ik zal uw hoorn ijzer maken, en uw klauwen koper maken, en gij zult vele volken verpletteren; en Ik zal hunlieder gewin den HEERE verbannen, en hun vermogen den Heere der ganse aarde. [ (Micah 4:14) Nu, rot u met benden, gij dochter der bende, hij zal een belegering tegen ons stellen; zij zullen den rechter Israels met de roede op het kinnebakken slaan. ]
En Jakobs overblijfsel zal zijn in het midden van vele volken, als een dauw van den HEERE, als droppelen op het kruid, dat naar geen man wacht, noch mensenkinderen verbeidt.
Ja, het overblijfsel van Jakob zal zijn onder de heidenen, in het midden van vele volken, als een leeuw onder de beesten des wouds, als een jonge leeuw onder de schaapskudden; dewelke, wanneer hij doorgaat, zo vertreedt en verscheurt hij, dat niemand redde.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (6)
- Exodus (3)
- Leviticus (3)
- Numberi (5)
- Deuteronomium (9)
- Jozua (4)
- Richteren (2)
- 1 Samuël (2)
- 2 Samuël (3)
- 1 Koningen (6)
- 2 Koningen (2)
- 1 Kronieken (7)
- 2 Kronieken (9)
- Ezra (1)
- Nehemia (4)
- Esther (3)
- Job (2)
- Psalmen (6)
- Spreuken (4)
- Prediker (4)
- Hooglied (1)
- Jesaja (9)
- Jeremia (3)
- Klaagliederen (1)
- Ezechiël (23)
- Daniël (10)
- Hosea (2)
- Joël (1)
- Amos (2)
- Micha (5)
- Habakuk (2)
- Zacharia (4)