'Verderven' in de Bijbel
En gij zult alle vaste steden, en alle uitgelezene steden slaan, en zult alle goede bomen vellen, en zult alle waterfonteinen stoppen; en alle goede stukken lands zult gij met stenen verderven.
Doch de HEERE wilde Juda niet verderven, om Davids Zijns knechts wil; gelijk als Hij hem gezegd had, dat Hij hem te allen tijde voor zijn zonen een lamp zou geven.
Doch de HEERE was hun genadig, en ontfermde Zich hunner, en wendde Zich tot hen, om Zijns verbonds wil met Abraham, Izak en Jakob; en Hij wilde hen niet verderven, en heeft hen niet verworpen van Zijn aangezicht, tot nu toe.
Nu, ben ik zonder den HEERE opgetogen tegen deze plaats, om die te verderven? De HEERE heeft tot mij gezegd: Trek op tegen dat land, en verderf het.
En de HEERE zond tegen hem de benden der Chaldeen, en de benden der Syriers, en de benden der Moabieten, en de benden der kinderen Ammons, en zond hen tegen Juda, om dat te verderven, naar het woord des HEEREN, dat Hij gesproken had door den dienst Zijner knechten, de profeten.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (9)
- Leviticus (3)
- Numberi (2)
- Deuteronomium (7)
- Jozua (2)
- Richteren (1)
- 1 Samuël (3)
- 2 Samuël (5)
- 2 Koningen (5)
- 1 Kronieken (1)
- 2 Kronieken (3)
- Ezra (1)
- Job (1)
- Psalmen (2)
- Spreuken (2)
- Prediker (1)
- Hooglied (1)
- Jesaja (5)
- Jeremia (12)
- Klaagliederen (1)
- Ezechiël (8)
- Daniël (4)
- Hosea (1)
- Micha (1)
- Maleachi (1)