5 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Vlieden' in de Bijbel

Maar wat zult gijlieden doen ten dage der bezoeking, en der verwoesting, die van verre komen zal? Tot wien zult gij vlieden om hulp, en waar zult gij uw heerlijkheid laten?

VersbegrippenHoudingen Tegenover GeldDe RijkenBezoekGod Die BezoektBeschouwenNadelen Van RijkdomMensen Van Ver Weg

En het zal geschieden, zo wie voor de stem der vreze vlieden zal, die zal in den kuil vallen; en die uit den kuil opklimt, die zal in den strik gevangen worden; want de sluizen in de hoogte zijn opengedaan, en de fondamenten der aarde zullen beven.

VersbegrippenKlimmenFundament Van De AardeVensters Van De HemelOmhoog GaanMensen Die Van Een Hoogte VallenGod Die VerstriktAngst Zal Komen

En gij zegt: Neen, maar op paarden zullen wij vlieden; daarom zult gij vlieden! En: Op snelle paarden zullen wij rijden; daarom zullen uw vervolgers ook snel zijn!

VersbegrippenAchterkantMensen NavolgenCavalerieOp Paarden RijdenSnelheid

Een duizend van het schelden van een enige, van het schelden van vijf zult gij allen vlieden; totdat gij overgelaten wordt, gelijk een mast op den top van een berg, en als een banier op een heuvel.

VersbegrippenBaniers, Letterlijk GebruikMensen NavolgenOvergevoelig ZijnBakensVijf MensenDuizend MensenVlaggen

En Assur zal vallen door het zwaard, niet eens mans, en het zwaard, niet eens mensen, zal hem verteren; en hij zal voor het zwaard vlieden, en zijn jongelingen zullen versmelten.

VersbegrippenZwaardenGod DodendGod Zal De Mensen DodenGedwongen Arbeid

Public domain