5 gebeurtenissen in 1 vertaling
'Vliedt' in de Bijbel
Wanneer zij u dan in deze stad vervolgen, vliedt in de andere; want voorwaar zeg ik u: Gij zult uw reis door de steden Israels niet geeindigd hebben, of de Zoon des mensen zal gekomen zijn.
Maar de huurling, en die geen herder is, wien de schapen niet eigen zijn, ziet den wolf komen, en verlaat de schapen, en vliedt; en de wolf grijpt ze, en verstrooit de schapen.
En de huurling vliedt, overmits hij een huurling is, en heeft geen zorg voor de schapen.
Vliedt de hoererij. Alle zonde, die de mens doet, is buiten het lichaam, maar die hoererij bedrijft, zondigt tegen zijn eigen lichaam.
Daarom, mijn geliefden, vliedt van den afgodendienst.
Zoekresultaten op Versies
Alle versies