'Wederpartijder' in de Bijbel

Ook verwekte God hem een wederpartijder, Rezon, den zoon van Eljada, die gevloden was van zijn heer Hadad-ezer, den koning van Zoba,

Zijn toorn verscheurt, en Hij haat mij; Hij knerst over mij met Zijn tanden; mijn wederpartijder scherpt zijn ogen tegen mij.

Gij doet ons achterwaarts keren van den wederpartijder; en onze haters beroven ons voor zich.

Hoe lang, o God! zal de wederpartijder smaden? Zal de vijand Uw Naam in eeuwigheid lasteren?

Zij dachten niet aan Zijn hand, aan den dag, toen Hij hen van den wederpartijder verloste;