'Wet' in de Bijbel
Meent niet, dat Ik gekomen ben, om de wet of de profeten te ontbinden; Ik ben niet gekomen, om die te ontbinden, maar te vervullen.
Want voorwaar zeg Ik u: Totdat de hemel en de aarde voorbijgaan, zal er niet een jota noch een tittel van de wet voorbijgaan, totdat het alles zal zijn geschied.
Alle dingen dan, die gij wilt, dat u de mensen zouden doen, doet gij hun ook alzo; want dat is de wet en de profeten.
Want al de profeten en de wet hebben tot Johannes toe geprofeteerd.
Of hebt gij niet gelezen in de wet, dat de priesters den sabbat ontheiligen in den tempel, op de sabbatdagen, en nochtans onschuldig zijn?
Aan deze twee geboden hangt de ganse wet en de profeten.
Wee u, gij Schriftgeleerden en Farizeen, gij geveinsden, want gij vertient de munte, en de dille, en den komijn, en gij laat na het zwaarste der wet, namelijk het oordeel, en de barmhartigheid, en het geloof. Deze dingen moest men doen, en de andere niet nalaten.
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (1)
- Exodus (4)
- Leviticus (15)
- Numberi (9)
- Deuteronomium (21)
- Jozua (5)
- 2 Samuël (1)
- 1 Koningen (1)
- 2 Koningen (7)
- 1 Kronieken (2)
- 2 Kronieken (14)
- Ezra (8)
- Nehemia (17)
- Esther (14)
- Job (1)
- Psalmen (33)
- Spreuken (9)
- Jesaja (10)
- Jeremia (11)
- Klaagliederen (1)
- Ezechiël (3)
- Daniël (9)
- Hosea (3)
- Amos (1)
- Micha (1)
- Habakuk (1)
- Zefanja (1)
- Zacharia (1)
- Maleachi (5)