'Zegt' in de Bijbel
Ook zeide hij tot haar: Sta in de deur der tent; en het zij, zo iemand zal komen, en u vragen, en zeggen: Is hier iemand? dat gij zegt: Niemand.
Vloekt Meroz, zegt de Engel des HEEREN, vloekt haar inwoners geduriglijk; omdat zij niet gekomen zijn tot de hulp des HEEREN, tot de hulp des HEEREN, met de helden.
Zo zond de HEERE een man, die een profeet was, tot de kinderen Israels; die zeide tot hen: Alzo zegt de HEERE, de God Israels: Ik heb u uit Egypte doen opkomen, en u uit het diensthuis uitgevoerd;
En hij zeide tot hem: Zo zegt Jeftha: Israel heeft het land der Moabieten, en het land der kinderen Ammons niet genomen;
En zij kwamen tot hun broederen te Zora en te Esthaol, en hun broeders zeiden tot hen: Wat zegt gijlieden?
Toen zeide hij: Gijlieden hebt mijn goden, die ik gemaakt had, weggenomen, mitsgaders den priester, en zijt weggegaan; wat heb ik nu meer? Wat is het dan, dat gij tot mij zegt: Wat is u?
Zoekresultaten op Versies
Zoekresultaten op Boek
- Genesis (4)
- Exodus (14)
- Leviticus (1)
- Numberi (2)
- Deuteronomium (2)
- Jozua (3)
- Richteren (6)
- Ruth (1)
- 1 Samuël (8)
- 2 Samuël (12)
- 1 Koningen (20)
- 2 Koningen (32)
- 1 Kronieken (5)
- 2 Kronieken (14)
- Ezra (1)
- Nehemia (3)
- Job (8)
- Psalmen (14)
- Spreuken (11)
- Prediker (5)
- Hooglied (1)
- Jesaja (94)
- Jeremia (171)
- Klaagliederen (2)
- Ezechiël (134)
- Daniël (2)
- Hosea (4)
- Amos (27)
- Obadja (2)
- Micha (4)
- Nahum (1)
- Habakuk (1)
- Zefanja (2)
- Haggaï (38)
- Zacharia (22)
- Maleachi (29)