8 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Zesde' in de Bijbel

Ozem, den zesde, David, den zevende.

De vijfde Sefatja, van Abital; de zesde Jithream, van zijn huisvrouw Egla.

Attai de zesde; Eliel de zevende;

Het vijfde voor Malchia, het zesde voor Mijamin,

Het zesde voor Bukkia; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.

Elam de vijfde, Johanan de zesde, Eljoenai de zevende.

Ammiel de zesde, Issaschar de zevende, Peullethai de achtste; want God had hem gezegend.

De zesde, in de zesde maand, was Ira, de zoon van Ikkes, de Thekoiet; in zijn verdeling waren er ook vier en twintig duizend.

VersbegrippenTwintigduizend En Meer

Public domain