8 gebeurtenissen in 1 vertaling
'Zeventig' in de Bijbel
De kinderen van Paros, twee duizend honderd twee en zeventig.
De priesters. De kinderen van Jedaja, van het huis van Jesua, negenhonderd drie en zeventig.
De Levieten. De kinderen van Jesua en Kadmiel, van de kinderen van Hodavja, vier en zeventig.
En van de kinderen van Elam, Jesaja, de zoon van Athalja; en met hem zeventig manspersonen.
En van de kinderen van Bigvai, Uthai en Zabbud; en met hen zeventig manspersonen.
En de weggevoerden, die uit de gevangenis gekomen waren, offerden den God Israels brandofferen; twaalf varren voor gans Israel, zes en negentig rammen, zeven en zeventig lammeren, twaalf bokken ten zondoffer; alles ten brandoffer den HEERE.