Genesis 13:11

Zo koos Lot voor zich de ganse vlakte der Jordaan, en Lot trok tegen het oosten; en zij werden gescheiden, de een van den ander.

Genesis 13:9

Is niet het ganse land voor uw aangezicht? Scheid u toch van mij; zo gij de linkerhand kiest, zo zal ik ter rechterhand gaan; en zo gij de rechterhand, zo zal ik ter linkerhand gaan.

Genesis 13:14

En de HEERE zeide tot Abram, nadat Lot van hem gescheiden was: Hef uw ogen op, en zie van de plaats, waar gij zijt noordwaarts en zuidwaarts, en oostwaarts en westwaarts.

Genesis 19:17

En het geschiedde als zij hen uitgebracht hadden naar buiten, zo zeide Hij: behoud u om uws levens wil; zie niet achter u om, en sta niet op deze ganse vlakte; behoud u naar het gebergte heen, opdat gij niet omkomt.

Psalmen 16:3

Maar tot de heiligen, die op de aarde zijn, en de heerlijken, in dewelke al mijn lust is.

Psalmen 119:63

Ik ben een gezel van allen, die U vrezen, en van hen, die Uw bevelen onderhouden.

Spreuken 27:10

Verlaat uw vriend, noch den vriend uws vaders niet; en ga ten huize uws broeders niet op den dag van uw tegenspoed. Beter is een gebuur die nabij is, dan een broeder, die verre is.

Hebreeën 10:25

En laat ons onze onderlinge bijeenkomst niet nalaten, gelijk sommigen de gewoonte hebben, maar elkander vermanen; en dat zoveel te meer, als gij ziet, dat de dag nadert.

1 Petrus 2:17

Eert een iegelijk; hebt de broederschap lief; vreest God; eert den koning.

Treasury of Scripture Knowledge did not add