Genesis 49:18

Op uw zaligheid wacht ik, HEERE!

Psalmen 119:166

O HEERE! ik hoop op Uw heil, en doe Uw geboden.

Psalmen 119:174

O HEERE! ik verlang naar Uw heil, en Uw wet is al mijn vermaking.

Jesaja 25:9

En men zal te dien dage zeggen: Ziet, Deze is onze God; wij hebben Hem verwacht, en Hij zal ons zalig maken. Deze is de HEERE, wij hebben Hem verwacht, wij zullen ons verheugen en verblijden in Zijn zaligheid.

Micha 7:7

Maar ik zal uitzien naar den HEERE, ik zal wachten op de God mijns heils; mijn God zal mij horen.

Psalmen 40:1

Davids psalm, voor den opperzangmeester. (1a) Ik heb den HEERE lang verwacht; en Hij heeft Zich tot mij geneigd, en mijn geroep gehoord.

Lukas 2:25

En ziet, er was een mens te Jeruzalem, wiens naam was Simeon; en deze mens was rechtvaardig en godvrezende; verwachtende de vertroosting Israels, en de Heilige Geest was op hem.

Psalmen 14:7

Och, dat Israels verlossing uit Sion kwam! Als de HEERE de gevangenen Zijns volks zal doen wederkeren, dan zal zich Jakob verheugen, Israel zal verblijd zijn.

Psalmen 25:5-6

He. Vau. Leid mij in Uw waarheid, en leer mij, want Gij zijt de God mijns heils; U verwacht ik den ganse dag.

Psalmen 62:1

Een psalm van David, voor den opperzangmeester, over Jeduthun. (1a) Immers is mijn ziel stil tot God; van Hem is mijn heil.

Psalmen 62:5

Doch gij, o mijn ziel! zwijg Gode; want van Hem is mijn verwachting.

Psalmen 85:7

Toon ons Uw goedertierenheid, o HEERE, en geef ons Uw heil.

Psalmen 119:41

Vau. En dat mij Uw goedertierenheden overkomen, o HEERE! Uw heil, naar Uw toezegging;

Psalmen 123:2

Zie, gelijk de ogen der knechten zijn op de hand hunner heren; gelijk de ogen der dienstmaagd zijn op de hand harer vrouw; alzo zijn onze ogen op den HEERE, onze God, totdat Hij ons genadig zij.

Psalmen 130:5

Ik verwacht den HEERE; mijn ziel verwacht, en ik hoop op Zijn Woord.

Jesaja 8:17

Daarom zal ik den Heere verbeiden, Die Zijn aangezicht verbergt voor het huis van Jakob, en ik zal Hem verwachten.

Jesaja 30:18

En daarom zal de HEERE wachten, opdat Hij u genadig zij, en daarom zal Hij verhoogd worden, opdat Hij Zich over ulieden ontferme, want de HEERE is een God des gerichts; welgelukzalig zijn die allen, die Hem verwachten.

Jesaja 33:2

HEERE, wees ons genadig, wij hebben op U gewacht; wees hun arm allen morgen, daartoe onze behoudenis ten tijde der benauwdheid.

Jesaja 36:8

Nu dan, wed toch met mijn heer, den koning van Assyrie; en ik zal u twee duizend paarden geven, zo gij voor u de ruiters daarop zult kunnen geven.

Klaagliederen 3:25

Teth. De HEERE is goed dengenen, die Hem verwachten, der ziele, die Hem zoekt.

Mattheüs 1:21

En zij zal een Zoon baren, en gij zult Zijn naam heten JEZUS; want Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden.

Markus 15:43

Kwam Jozef, die van Arimathea was, een eerlijk raadsheer, die ook zelf het Koninkrijk Gods was verwachtende, en zich verstoutende, ging hij in tot Pilatus, en begeerde het lichaam van Jezus.

Lukas 1:30

En de engel zeide tot haar: Vrees niet, Maria, want gij hebt genade bij God gevonden.

Lukas 2:30

Want mijn ogen hebben Uw zaligheid gezien,

Lukas 23:51

(Deze had niet mede bewilligd in hun raad en handel) van Arimathea, een stad der Joden, en die ook zelf het Koninkrijk Gods verwachtte;

Romeinen 8:19

Want het schepsel, als met opgestoken hoofde, verwacht de openbaring der kinderen Gods.

Romeinen 8:25

Maar indien wij hopen, hetgeen wij niet zien, zo verwachten wij het met lijdzaamheid.

Galaten 5:5

Want wij verwachten door den Geest, uit het geloof, de hoop der rechtvaardigheid.

1 Thessalonicenzen 1:10

En Zijn Zoon uit de hemelen te verwachten, Denwelken Hij uit de doden verwekt heeft, namelijk Jezus, Die ons verlost van den toekomenden toorn.

Treasury of Scripture Knowledge did not add