Parallel Verses

Dutch Staten Vertaling

Doch Ismael, de zoon van Nethanja, ontkwam van Johanans aangezicht, met acht mannen, en hij toog tot de kinderen Ammons.

New American Standard Bible

But Ishmael the son of Nethaniah escaped from Johanan with eight men and went to the sons of Ammon.

Kruisreferenties

Job 21:30

Dat de boze onttrokken wordt ten dage des verderfs; dat zij ten dage der verbolgenheden ontvoerd worden.

Spreuken 28:17

Een mens, gedrukt om het bloed ener ziel, zal naar den kuil toevlieden; men ondersteune hem niet!

1 Samuël 30:17

En David sloeg hen van de schemering tot aan den avond van hunlieder anderen dag; en er ontkwam niet een man van hen, behalve vierhonderd jonge mannen, die op kemelen reden en vloden.

1 Koningen 20:20

En een ieder sloeg zijn man, zodat de Syriers vloden, en Israel jaagde hen na. Doch Benhadad, de koning van Syrie, ontkwam op een paard, met enige ruiteren.

2 Koningen 25:25

Maar het geschiedde in de zevende maand, dat Ismael, de zoon van Nethanja, den zoon van Elisama, van koninklijk zaad, kwam, en tien mannen met hem; en zij sloegen Gedalia, dat hij stierf; mitsgaders de Joden en de Chaldeen, die met hem te Mizpa waren.

Prediker 8:11-12

Omdat niet haastelijk het oordeel over de boze daad geschiedt, daarom is het hart van de kinderen der mensen in hen vol om kwaad te doen.

Jeremia 41:2

En Ismael, de zoon van Nethanja, maakte zich op, mitsgaders de tien mannen, die met hem waren, en zij sloegen Gedalia, den zoon van Ahikam, den zoon van Safan, met het zwaard; alzo doodde hij hem, dien de koning van Babel over het land gesteld had.

Handelingen 28:4

En als de barbaren het beest zagen aan zijn hand hangen, zeiden zij tot elkander: Deze mens is gewisselijk een doodslager, welken de wraak niet laat leven, daar hij uit de zee ontkomen is.

Vers Info

Context Lezingen

14 En al het volk, dat Ismael van Mizpa gevankelijk had weggevoerd, wendde zich om; en zij keerden zich en gingen over tot Johanan, den zoon van Kareah. 15 Doch Ismael, de zoon van Nethanja, ontkwam van Johanans aangezicht, met acht mannen, en hij toog tot de kinderen Ammons. 16 Toen nam Johanan, de zoon van Kareah, mitsgaders al de oversten der heiren, die met hem waren, het ganse overblijfsel des volks, dat hij wedergebracht had van Ismael, den zoon van Nethanja, van Mizpa, (nadat hij Gedalia, den zoon van Ahikam, geslagen had) te weten de mannen, die krijgslieden waren, en de vrouwen, en kinderkens, en kamerlingen, die hij van Gibeon had wedergebracht;


Public domain

New American Standard Bible Copyright ©1960, 1962, 1963, 1968, 1971, 1972, 1973, 1975, 1977, 1995 by The Lockman Foundation, La Habra, Calif. All rights reserved. For Permission to Quote Information visit http://www.lockman.org