1 Te dien dage zal de HEERE met Zijn hard, en groot, en sterk zwaard bezoeken den Leviathan, de langwemelende slang, ja, den Leviathan, de kromme slomme slang; en Hij zal den draak, die in de zee is, doden.

1 In that day the Lord will punish Leviathan the fleeing serpent,With His fierce and great and mighty sword,Even Leviathan the twisted serpent;And He will kill the dragon who lives in the sea.

2 Te dien dage zal er een wijngaard van roden wijn zijn; zingt van denzelven bij beurte.

2 In that day,“A vineyard of wine, sing of it!

3 Ik, de HEERE, behoede dien, alle ogenblik zal Ik hem bevochtigen; opdat de vijand hem niet bezoeke, zal Ik hem bewaren nacht en dag.

3 “I, the Lord, am its keeper;I water it every moment.So that no one will damage it,I guard it night and day.

4 Grimmigheid is bij Mij niet; wie zou Mij als een doorn en distel in oorlog stellen, dat Ik tegen hem zou aanvallen, en hem te gelijk verbranden zou?

4 “I have no wrath.Should someone give Me briars and thorns in battle,Then I would step on them, I would burn them completely.

5 Of hij moest Mijn sterkte aangrijpen, hij zal vrede met Mij maken; vrede zal hij met Mij maken.

5 “Or let him rely on My protection,Let him make peace with Me,Let him make peace with Me.”

6 In de toekomende zal Jakob wortelen schieten, Israel zal bloeien en groeien; en zij zullen de wereld met inkomsten vervullen.

6 In the days to come Jacob will take root,Israel will blossom and sprout,And they will fill the whole world with fruit.

7 Heeft Hij hem geslagen, gelijk Hij dien geslagen heeft, die hem sloeg? Is hij gedood, gelijk zijn gedoden gedood zijn geworden?

7 Like the striking of Him who has struck them, has He struck them?Or like the slaughter of His slain, have they been slain?

8 Met mate hebt Gij met hem getwist, wanneer Gij hem wegstiet; als Hij hem wegnam door Zijn harden wind, in den dag des oostenwinds.

8 You contended with them by banishing them, by driving them away.With His fierce wind He has expelled them on the day of the east wind.

9 Daarom zal daardoor de ongerechtigheid van Jakob verzoend worden, en dit is de ganse vrucht, dat Hij deszelfs zonde zal wegdoen, wanneer Hij al de stenen des altaar maken zal als verstrooide kalkstenen, de bossen en de zonnebeelden zullen niet bestaan.

9 Therefore through this Jacob’s iniquity will be forgiven;And this will be the full price of the pardoning of his sin:When he makes all the altar stones like pulverized chalk stones;When Asherim and incense altars will not stand.

10 Want de vaste stad zal eenzaam, de woonstede zal verstoten en verlaten worden, gelijk een woestijn; daar zullen de kalveren weiden, en daar zullen zij nederliggen, en zullen haar takken verslinden.

10 For the fortified city is isolated,A homestead forlorn and forsaken like the desert;There the calf will graze,And there it will lie down and feed on its branches.

11 Als haar takken verdord zullen zijn, zullen zij afgebroken worden, en de vrouwen, komende, zullen ze aansteken; want het is geen volk van enig verstand; daarom zal Hij, Die het gemaakt heeft, Zich deszelven niet ontfermen, en Die het geformeerd heeft, zal aan hetzelve geen genade bewijzen.

11 When its limbs are dry, they are broken off;Women come and make a fire with them,For they are not a people of discernment,Therefore their Maker will not have compassion on them.And their Creator will not be gracious to them.

12 En het zal te dien dage geschieden, dat de HEERE dorsen zal, van den stroom der rivier af tot aan de rivier van Egypte; doch gijlieden zult opgelezen worden, een bij een, o gij kinderen Israels!

12 In that day the Lord will start His threshing from the flowing stream of the Euphrates to the brook of Egypt, and you will be gathered up one by one, O sons of Israel.

13 En het zal te dien dage geschieden, dat er met een grote bazuin geblazen zal worden; dan zullen die komen, die in het land van Assur verloren zijn, en de heengedrevenen in het land van Egypte; en zij zullen den HEERE aanbidden op den heiligen berg te Jeruzalem.

13 It will come about also in that day that a great trumpet will be blown, and those who were perishing in the land of Assyria and who were scattered in the land of Egypt will come and worship the Lord in the holy mountain at Jerusalem.

Public domain

New American Standard Bible Copyright ©1960, 1962, 1963, 1968, 1971, 1972, 1973, 1975, 1977, 1995 by The Lockman Foundation, La Habra, Calif. All rights reserved. For Permission to Quote Information visit http://www.lockman.org