Parallel Verses
Dutch Staten Vertaling
Jezus dan zeide tot hen: Nog een kleinen tijd is het Licht bij ulieden; wandelt, terwijl gij het Licht hebt, opdat de duisternis u niet bevange. En die in de duisternis wandelt, weet niet, waar hij heengaat.
New American Standard Bible
So Jesus said to them, "For a little while longer the Light is among you Walk while you have the Light, so that darkness will not overtake you; he who walks in the darkness does not know where he goes.
Kruisreferenties
Johannes 12:46
Ik ben een Licht, in de wereld gekomen, opdat een iegelijk, die in Mij gelooft, in de duisternis niet blijve.
Efeziërs 5:8
Want gij waart eertijds duisternis, maar nu zijt gij licht in den Heere; wandelt als kinderen des lichts.
Johannes 7:33
Jezus dan zeide tot hen: Nog een kleinen tijd ben Ik bij u, en Ik ga heen tot Dengene, Die Mij gezonden heeft.
Johannes 8:12
Jezus dan sprak wederom tot henlieden, zeggende: Ik ben het licht der wereld; die Mij volgt, zal in de duisternis niet wandelen, maar zal het licht des levens hebben.
Johannes 11:10
Maar indien iemand in den nacht wandelt, zo stoot hij zich, overmits het licht in hem niet is.
Psalmen 69:22-28
Hun tafel worde voor hun aangezicht tot een strik, en tot volle vergelding tot een valstrik.
Spreuken 4:19
De weg der goddelozen is als donkerheid, zij weten niet, waarover zij struikelen zullen.
Jesaja 2:5
Komt, gij huis van Jakob, en laat ons wandelen in het licht des HEEREN.
Jesaja 42:6-7
Ik, de HEERE, heb u geroepen in gerechtigheid, en Ik zal u bij uw hand grijpen; en Ik zal u behoeden, en Ik zal u geven tot een Verbond des volks, tot een Licht der heidenen.
Jeremia 13:16-17
Geeft eer den HEERE, uw God, eer dat Hij het duister maakt, en eer uw voeten zich stoten aan de schemerende bergen; dat gij naar licht wacht, en Hij datzelve tot een schaduw des doods stelle, en tot een donkerheid zette.
Johannes 1:5-9
En het Licht schijnt in de duisternis, en de duisternis heeft hetzelve niet begrepen.
Johannes 9:4-5
Ik moet werken de werken Desgenen, Die Mij gezonden heeft, zolang het dag is; de nacht komt, wanneer niemand werken kan.
Johannes 12:36
Terwijl gij het Licht hebt, gelooft in het Licht, opdat gij kinderen des Lichts moogt zijn. Deze dingen sprak Jezus; en weggaande verborg Hij Zich van hen.
Johannes 12:39-40
Daarom konden zij niet geloven, dewijl Jesaja wederom gezegd heeft:
Johannes 16:16
Een kleinen tijd, en gij zult Mij niet zien; en wederom een kleinen tijd, en gij zult Mij zien, want Ik ga heen tot den Vader.
Romeinen 11:7-10
Wat dan? Hetgeen Israel zoekt, dat heeft het niet verkregen; maar de uitverkorenen hebben het verkregen, en de anderen zijn verhard geworden.
Romeinen 13:12-14
De nacht is voorbijgegaan, en de dag is nabij gekomen. Laat ons dan afleggen de werken der duisternis, en aandoen de wapenen des lichts.
2 Corinthiër 3:14
Maar hun zinnen zijn verhard geworden; want tot op den dag van heden blijft hetzelfde deksel in het lezen des Ouden Testaments, zonder ontdekt te worden, hetwelk door Christus te niet gedaan wordt.
Efeziërs 5:14-15
Daarom zegt Hij: Ontwaakt, gij, die slaapt, en staat op uit de doden; en Christus zal over u lichten.
1 Thessalonicenzen 5:5-8
Gij zijt allen kinderen des lichts, en kinderen des daags; wij zijn niet des nachts, noch der duisternis.
Hebreeën 3:7-8
Daarom, gelijk de Heilige Geest zegt: Heden, indien gij Zijn stem hoort,
1 Johannes 1:6-7
Indien wij zeggen, dat wij gemeenschap met Hem hebben, en wij in de duisternis wandelen, zo liegen wij, en doen de waarheid niet.
1 Johannes 2:8-11
Wederom schrijf ik u een nieuw gebod: hetgeen waarachtig is in Hem, zij ook in u waarachtig; want de duisternis gaat voorbij, en het waarachtige licht schijnt nu.