Lukas 17:28
Desgelijks ook, gelijk het geschiedde in de dagen van Lot; zij aten, zij dronken, zij kochten, zij verkochten, zij plantten, zij bouwden;
Genesis 13:13
En de mannen van Sodom waren boos, en grote zondaars tegen den HEERE.
Genesis 18:20-21
Voorts zeide de HEERE: Dewijl het geroep van Sodom en Gomorra groot is, en dewijl haar zonde zeer zwaar is,
Genesis 19:1-28
En die twee engelen kwamen te Sodom in den avond; en Lot zat in de poort te Sodom; en als Lot hen zag, stond hij op hun tegemoet, en boog zich met het aangezicht ter aarde.
Ezechiël 16:49-50
Ziet, dit was de ongerechtigheid uwer zuster Sodom; hoogmoed, zatheid van brood en stille gerustheid had zij en haar dochteren; maar zij sterkte de hand des armen en nooddruftigen niet.
Jakobus 5:1-5
Welaan nu, gij rijken, weent en huilt over uw ellendigheden, die over u komen.
Treasury of Scripture Knowledge did not add